Lees meer - ACV BIE Mechelen

ACV BIE Mechelen
Ga naar de inhoud

Lees meer

Bibliotheek
22/12/2023: Wat verandert op 1 januari 2024 ?
Op 1 januari zijn alweer veranderingen aangekondigd die je in je portemonnee kan voelen. Ook zien we belangrijke aanpassingen bij de wettelijke vakantiedagen, een gevoelige uitbreiding van het systeem van flexi-jobs, nieuwe maatregelen voor langdurig zieken en gewijzigde leeftijdsvoorwaarden voor doelgroepenvermindering.
We zetten hier meest in het oog springende federale en Vlaamse wijzigingen op een rijtje!
Loonindexering voor miljoen werknemers
Vanaf 1 januari is er een loonindexering in 5 grote sectoren. Zo'n miljoen werknemers zien hun loon met 1,5 tot 1,8% stijgen.    
Op 1 januari worden de lonen in PC200 geïndexeerd.  Voor zo'n 500.000 bedienden wordt het loon dan met 1,52 % aangepast aan de gestegen levensduurte.  Verder zijn er ook indexverhogingen voor werknemers in de horeca, voedingsindustrie en het wegvervoer.
Het Planbureau verwacht voor andere paritaire comité verschillende indexeringen voor 2024.  Men schat er de indexering als volgt in:
  • Garages: ,1,25% op 1 februari
  • Metaalsector: 4,16% op 1 juli
  • Bouw- en houtbewerking:  +0,45% op 1 januari, +1,24% op 1 april, 1,71% op 1 juli en 0,65% op 1 oktober
  • Papier- en kartonbewerking: +1,05%, 3,08% op 1 juli en 1,02% op 1 december
  • Kleding en confectie: 1,88% op 1 april en 2,09% op 1 oktober

Hogere uitkeringen voor gepensioneerden en zieken
Vanaf 1 januari 2024 gaan de uitkeringen omhoog voor:
  • Gepensioneerden:  onder meer de minimumpensioenen en het vakantiegeld (in mei)
  • Zieken, invaliden en slachtoffers van beroepsziekte of arbeidsongeval
De verhogingen komen er mede dankzij de aanhoudende druk van het ACV om welvaartsverhogingen bovenop de index te voorzien.  Deze uitkeringen stegen op  1 november vanwege de automatische indexering al met 2% en gaan dus op 1 januari nog eens omhoog.
Check het volledig overzicht van de verhogingen sociale uitkeringen op 1 januari 2024.
Ziekte tijdens vakantie en ovedragen verlof
Ziek tijdens je verlof? Je kan je wettelijke vakantiedagen voortaan recupereren.  Word je ziek tijdens je verlof, dan kan je je ziek melden.  Je wettelijke vakantiedagen worden dan voor de duur van het ziekte-attest geannuleerd zodat je ze op een later moment kan opnemen.  Lees er alles over bij 'Verlof en ziekte'.   Je vindt er tevens onze handige modeldocumenten die je kan gebruiken op reis in het buitenland
Kan je je vakantie niet op tijd opnemen door door arbeidsongeschiktheid, een (arbeids)ongeval, beroepsziekte, moederschapsrust, vaderschapsverlof, geboorteverlof of adoptieverlof?  Dan kan je vanaf 2024 de niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen tot 2 jaar na het vakantiejaar overdragen.  Lees verder.
Uitbreiding flexi-jobs naar nieuwe sectoren en beperkende maatregelen
Je kon het hier eerder al lezen:  vanaf 1 januari wordt het systeem van flexi-jobs gevoelig uitgebreid naar 14 nieuwe sectoren, zoals onder meer in de kinderopvang, onderwijs, sport en cultuur in de openbare sector, land- en tuinbouw, ... Tegelijk komen er beperkende maatregelen.  Zo zal het loon van een flexi-job ook gelijkgesteld zijn met het minimumloon in de betreffende sector.
Het ACV is kritisch en zal als sociale partner deze uitbreiding en maatregelen nauwlettend evalueren.
Verplichtingen voor langdurig zieken
Wie langdurig ziek is, krijgt vanaf 2024 bijkomende verplichtingen opgelegd, onder meer:
  • Na 4, 7 of 11 maanden ziekte: verplicht bezoek bij een adviserende arts of het ziekenfonds.
  • Na 11 maanden:  verplicht bezoek bij een adviserend arts.
  • Na 12 maanden ziekte ben je officieel invalide en heb je een verplichte afsprak bij het ziekenfonds.
  • Na 5 jaar invaliditeit:  verplichte afspraak bij je mutualiteit.
Was je langdurig ziek en ga je terug aan de slag? Het ACV staat je bij, check alle info op  www.hetacv.be/re-integratie.
Wijzigende leeftijdsvoorwaarden voor doelgroepvermindering
De leeftijdsvoorwaarden bij doelgroepenvermindering voor oudere werknemers worden geleidelijk aan opgetrokken.  Vanaf 1 januari krijgt een werkgever pas een voordeel van 600 of 1.500 als die iemand te werk stelt van respectievelijk 61 en 62 jaar.
Andere maatregelen
Verder zien we nog nog bonte reeks maatregelen met een mogelijke financiële impact, zoals:
  • Duurdere elektriciteit door stijging van de nettarieven.  We zullen aan onze factuur merken vanaf 2025.
  • Indexering huur van slecht geïsoleerde woningen is vanaf 1 januari 2024 terug toegelaten.  Voor veel huurders dreigt de huurprijs dus te stijgen.
  • Wijzigingen sociale huur:  sommigen zullen meer betalen, andere minder.
05/05/2023: Wachten op de koopkrachtpremie
📢 Voorlopig blijf het nog even wachten op de koopkrachtpremie!

Na een kritisch advies van de Raad van State, moet de regering de koopkrachtpremie bijsturen. Die premie wordt uitbetaald in consumptiecheques en alleen aan werknemers van bedrijven die goed presteerden in 2022.

🎙 Chris Serroyen, hoofd van de ACV-studiedienst: 'Oorspronkelijk zijn er bijna geen beperkingen over waar en waarvoor je deze consumptiecheques kan gebruiken. Dat vond de Raad van State nog teveel lijken op een loon dat uitbetaald wordt. Daarom worden de consumptiecheques beperkt tot producten en diensten die je vandaag al met je eco- en maaltijdcheques kunt kopen.

📊 De premie kan via sector-cao's enkel ingezet worden in bedrijven met goede winstcijfers in 2022 en oplopen tot 750 euro. Voor bedrijfs-cao's volstaan 'behoorlijke resultaten' tijdens de crisis. Het is aan de onderhandelaars om zelf te bepalen wat hoge of behoorlijk hoge resultaten precies zijn.

👉 'Hopelijk laat het wettelijk kader niet te lang op zich wachten, zodat de sectoronderhandelingen kunnen beginnen.' besluit Serroyen. 'Al blijft het ook wachten op de winstcijfers van de bedrijven voor 2022.'
30/03/2022: Ontwerp sociaal akkoord voor 600.000 interimmers afgesloten
Op 30/06 werd in het paritair comité interim een ontwerp van sectoraal akkoord afgesloten. Het is goed dat er opnieuw een akkoord is, dat was al van 2016 geleden. Het ACV is tevreden met de stappen die met dit akkoord gezet worden. Een aantal prangende en dringende zaken worden nu voor 600.000 interimmers geregeld. Tegelijk wacht nog heel veel werk voor het sociaal overleg in de sector. Het ACV wil dat er nu snel een akkoord komt rond het inperken van opeenvolgende dagcontracten, daarvoor lopen de onderhandelingen in de Nationale Arbeidsraad. En ook de correcte toepassing van alle bestaande regels rond interimwerk moet nog veel beter.



De belangrijkste afspraken in het ontwerp-akkoord voor de interimsector zijn:
  • Bij ziekte van de interimmer mag de termijn voor het indienen van een medisch attest niet korter zijn dan 2 dagen. Nu hebben een aantal uitzendkantoren dat op één dag vastgelegd, zodat de uitzendkracht binnen de 24u naar de dokter moet en een attest moet hebben doorgestuurd. Dit is een pure pestmaatregel om geen gewaarborgd loon te moeten betalen.
  • Een fietsvergoeding van  0,25 cent/km voor interimmers die werken in een sector waar er geen akkoord is over een fietsvergoeding, voor een afstand tot 25 km per dag. Voor interimmers die werken in een sector waar wel een akkoord is, volgen ze de regeling van de sector
  • Indexering met 8% van de tussenkomst voor woon-werkverkeer met een eigen wagen of motorfiets, voor de interimmers die niet kunnen terugvallen op een regeling van de sector waarin ze werken
  • Recht op hospitalisatieverzekering voor interimmers die werken in een onderneming waarin het vast personeel recht heeft op een hospitalisatieverzekering.
Het ACV start nu de interne consultatie over dit ontwerpakkoord.
30/03/2022: Lage lonen stijgen vanaf 1 april
         
Vanaf 1 april krijgen heel wat werknemers wat meer op   hun rekening. Want op die dag worden de minimumlonen verhoogd, stijgt de werkbonus   en daalt voor de meesten de bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid. Na   jaren aandringen en onderhandelen kreeg  het ACV dat voor elkaar. Deze   loonsverhoging komt op een bijzonder welgekomen moment,  het leven is   voor veel mensen té duur geworden.  Toch zijn deze verbeteringen, samen   met de index en de loonstijgingen die onze onderhandelaars in de sectoren en   bedrijven wisten te bekomen, onvoldoende om de sterke prijsstijgingen op te   vangen. We blijven daarom druk zetten op extra tegemoetkomingen. En ijveren   voor meer ruimte voor  vrije loononderhandelingen in de sectoren en   bedrijven, wat nu verhinderd wordt door de loonnormwet. Terwijl   de winstmarges van Belgische bedrijven historisch hoge toppen scheren.
  
Minimumlonen   stijgen
Het minimumloon voor een voltijdse werknemer verhoogt met 80,95 euro bruto per maand, waardoor het op 1.806,16 euro komt.  Dat is een stijging met 4,7%, bruto.   Werk je deeltijds? Dan verhoogt je minimumloon in verhouding tot je   arbeidsduur. Vanaf 1 april is er ook geen verschil meer in het minimumloon   tussen werknemers met minder dan 1 jaar anciënniteit en werknemers met   minstens 1 jaar anciënniteit. Ook de lagere bedragen voor jonge werknemers van 18 à 20 jaar worden weggewerkt.  Sectoren kunnen uiteraard hogere minima bepalen. En dat hebben de meeste ook gedaan.    

Sociale   en fiscale werkbonus stijgen
Die stijging van het minimumloon komt niet alleen ten goede aan de werknemers die vandaag werken aan een minimumloon. Voor de werknemers met een brutoloon tot 2.848 euro per maand (op voltijdse basis) gaat de sociale werkbonus omhoog. Dat is een vermindering van de persoonlijke bijdrage voor de sociale zekerheid. Hoe lager het loon, hoe hoger de werkbonus. En voor diezelfde groep gaat ook de fiscale werkbonus omhoog. Dat is een belastingvermindering.
Voor een werknemer met een minimumloon stijgt de sociale werkbonus op 1 april met 10,24 euro bruto per maand en de fiscale werkbonus met 3,39 euro netto (bovenop de verhoging van het brutominimumloon). Voor werknemers boven het minimumloon neemt het voordeel van de bonus geleidelijk af, om nul te worden vanaf 2.848 euro bruto per maand.
  
Bijzondere bijdrage sociale zekerheid daalt
Veel werknemers betalen bovenop de gewone sociale bijdragen ook nog eens de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. Het ACV ijverde voor een verlaging en die komt er voor de meeste werknemers op 1 april:
  • Daarvan genieten alle alleenstaanden met een belastbaar inkomen tussen 18.952 euro en 60.182 euro per jaar.            
  • Koppels met gemeenschappelijke aanslag genieten van deze maatregel bij een belastbaar inkomen tussen 18.952 euro en 81.944 euro per jaar.
  • Voor een werknemer met een belastbaar inkomen vanaf 21.071 euro gaat het om een netto-verlaging van minstens 99,16 euro per jaar.

Check je nettoloon met onze calculator
Dit samenspel van verbeteringen (minimumloon, sociale werkbonus, fiscale werkbonus en bijzondere bijdrage sociale zekerheid) pakt uiteraard voor iedereen anders uit, afhankelijk van het loon, de gezinstoestand en het belastbaar inkomen.  Daarom ontwikkelde het ACV een bruto-nettocalculator waarmee men het  nieuwe nettoloon (loonbriefje van midden april voor arbeiders, arbeiders en bedienden eind april) kan narekenen op basis van alle nieuwe regels.
Met eindejaar voor de deur was niet helemaal duidelijk wat de impact zou zijn op de eindejaarspremie voor tijdelijk werklozen. Dankzij de vakbonden komt de federale regering nu over de brug met een 'beschermingspremie'. Dat is een supplement op de eindejaarspremie voor wie in 2020 minstens 53 dagen tijdelijk werkloos was.

Bij het sociaal overleg had het ACV samen met de andere vakbonden sterk aangedrongen op een oplossing.  Voor de vele werknemers die de voorbije maanden noodgedwongen thuis zaten, dreigde immers een serieus inkomensverlies. Dat sociaal overleg loont bewijst deze beschermingspremie. Werknemers die langer tijdelijk werkloos waren worden alsnog gecompenseerd. Een welgekomen eindejaarsgeschenk in deze toch wel barre tijden.

De RVA kent de toeslag of beschermingspremie toe aan werknemers die:
  • In de periode van 1 maart tot 30 november;
  • voor minstens 53 volle of halve dagen;
  • een uitkering als tijdelijk werkloze kregen omwille van overmacht (corona) of economische redenen.
De regeling geldt voor werknemers in alle sectoren.
Tellen niet mee:  dagen van tijdelijke werkloosheid omwille van andere redenen zoals bijvoorbeeld slecht weer, technische storing, staking of arbeidsongeschiktheid.

Die premie bedraagt 150 euro, verhoogd met 10 euro per dag boven de 67 dagen.  Werk je deeltijds, dan krijg je minstens 75 euro, vermeerderd met 5 euro per dag tijdelijke werkloosheid.

Hou rekening met 15% bedrijfsvoorheffing op je premie.

De vakbonden en de Hulpkas kregen de opdracht zo snel als mogelijk uit te betalen. Je moet als werknemer niets doen. Het ACV krijgt van de RVA de nodige informatie om je premie te berekenen.

Je ontvangt de premie in 2 delen:

Een eerste en het grootste deel wordt vanaf half december uitbetaald. Voor het tweede deel is het wachten tot de RVA alle uitkeringen gecontroleerd heeft. Naar verwachting zal dit deel na mei/juni 2021 uitbetaald kunnen worden.
Opgelet: bereik je de 53 vereiste dagen pas na 31 oktober, dan krijg je de toeslag (deel 1 + 2) in de tweede ronde uitbetaald.

De regeling is nog maar net bekend en goedgekeurd.  Het ACV stelt alles in het werk om het eerste deel zo snel mogelijk uit te betalen, maar hou er rekening mee dat het even kan duren voor je je premie ontvangt.
17/12/2020: De werknemers van de kappers – en schoonheidssalons en fitnesscentra
vragen maximale veiligheidsgaranties in geval van heropening!
Het Overlegcomité komt op vrijdag 18 december 2020 samen om zich onder andere uit te spreken over een eventuele heropstart van de activiteiten in kap – en schoonheidssalons en fitnesscentra. In de marge van dit Overlegcomité heeft ACV bouw - industrie & energie (ACVBIE) een korte online enquête gehouden bij haar leden van de sector om te weten wat er bij hen op het terrein leeft. De resultaten van deze enquête zijn verhelderend!
De deelname aan de enquête lag hoger dan gewoonlijk en toont aan dat onze leden bekommerd zijn om de veiligheid en gezondheid op het werk in deze coronaperiode.


Uit de enquête blijkt dat:
• Bijna 52% van de deelnemers vindt dat de veiligheid niet kan gegarandeerd worden als hun onderneming morgen heropent.
• Ongeveer 33% van de deelnemers is van mening dat de veiligheidsmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan op de werkvloer niet kunnen worden gerespecteerd.
• Hoewel meer dan 89% van de deelnemers erkent dat hun werkgever voldoende veiligheidsmateriaal ter beschikking stelt van de werknemers, betreurt 10% nog steeds het gebrek eraan.
67% betreurt dat er geen wetenschappelijke studie voorhanden is die de risico's aantoont bij een hervatting van de activiteit.
• Meer dan 69% van de respondenten zegt een inkomensverlies te lijden dat ook doorweegt op hun gezin. Meer dan 42% geeft aan een inkomensverlies te lijden tussen € 300 en € 500 per maand en meer dan 27% lijdt een verlies van € 100 à € 300 per maand.
Conclusie:
ACVBIE pleit niet voor een heropstart van deze contactberoepen zonder maximale garantie van veiligheid. Zij roept de regering op om transparanter te zijn over het aantal besmettingen in de kap – en schoonheidssalons en fitnesscentra en vraagt om een wetenschappelijke studie te laten uitvoeren over de risico's voor werknemers in de sector tijdens deze coronaperiode.
19/09/2018: Nu of nooit voor wie landingsbaan wil vóór 60 jaar
Wie 55 jaar is en een landingsbaan wil opnemen, moet snel zijn. In het zomerakkoord besliste de federale regering om de leeftijdsgrens voor een landingsbaan voor iedereen op te trekken naar 60 jaar, en dat al vanaf 1 januari 2019.
Wie aan het einde van zijn loopbaan wat minder wil werken, kan dat door in een landingsbaan te stappen. Je schakelt dan over naar een halftijds arbeidsregime of vermindert je arbeidsprestaties met één vijfde. De RVA betaalt je een uitkering, bovenop je deeltijds loon. De landingsbaan is populair, oudere werknemers kunnen zo het werk makkelijker volhouden.
Tot nu toe kon je op 55 jaar een landingsbaan opnemen als er hierover een cao was afgesloten in je sector. In de meeste sectoren is dat het geval. Maar in het zomerakkoord besliste de regering Michel om de leeftijdsgrens te verhogen naar 60 jaar, voor iedereen, en dat vanaf 1 januari 2019. Omdat je een landingsbaan tijdig moet aanvragen bij je werkgever, is de boodschap dus dat je snel moet zijn. Want beneden de 60 jaar moet je nog dit jaar (uiterlijk 31 december en geen dag later) je landingsbaan starten.

Wat als ik nog een landingsbaan wil vóór 60 jaar?

In een onderneming met meer dan 20 werknemers. Volgens de wet moet je aanvraag voor een landingsbaan bij de werkgever drie maanden op voorhand binnen zijn. Dat betekent dus eind september 2018, tenzij je een akkoord met de werkgever hebt om de aanvraagtermijn in te korten.
In een onderneming met minder dan 20 werknemers. Hier zijn de gevolgen van de regeringsbeslissing voor de werknemers nog grover. Volgens de wet moet je aanvraag voor een landingsbaan bij de werkgever zes maanden op voorhand binnen zijn. In die bedrijven moet de werkgever dus akkoord gaan met de inkorting van de termijn om nog in aanmerking te komen voor een landingsbaan vanaf 55 jaar. Op die manier zou het nog mogelijk zijn dat als je werkgever op vrijdag 28 december 2018 akkoord is om de termijn in te korten tot één dag, de landingsbaan nog altijd kan ingaan op 31 december 2018. Als de werkgever dat niet wil, is een landingsbaan voor je zestigste niet meer mogelijk.
Ook zeer belangrijk: de landingsbaan van wie jonger is dan zestig, moet ook effectief van start gaan in 2018, dus ten laatste op maandag 31 december 2018.

Wat met de uitkering van de RVA?

De aanvraag voor de RVA-uitkering kan tot uiterlijk twee maanden na de effectieve ingangsdatum van de landingsbaan gebeuren, dus daar is minder haast mee gemoeid.

Voor meer informatie (of er in je sector een cao is bijvoorbeeld) kan je terecht bij je vakbondsafgevaardigde of bij de vakbondssecretaris van je beroepscentrale.





18/05/2018: Tien belangrijke weetjes over re-integratie
De jongste weken kregen we heel wat klachten binnen van zieken over mistoestanden bij de nieuwe re-integratieprocedure. Dit gaat over de procedures bij een arbeidsgeneesheer waarbij wordt bekeken of je tijdens je ziekte aan het werk kan in eventueel aangepast werk. Daarom zetten we 10 belangrijke weetjes op een rij.

  1. De beste weg is dat je als zieke zelf een discrete consultatie vraagt bij je arbeidsgeneesheer, dit heet 'een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting'. Met die arts kan je dan de mogelijkheden van een werkhervatting bespreken. Zo'n consultatie is gratis, moet je binnen de 10 werkdagen krijgen, mag niet gemeld worden aan de werkgever als je dat vraagt, en er kan geen nadelige beslissing tegen jou worden genomen. Dit is dus aan te raden! Loopt dat niet zoals het hoort, dan kunnen we optreden tegen die dienst. Meld het ons op onderneming@acv-csc.be
  2. Als je wordt opgeroepen door de arbeidsgeneesheer op initiatief van je werkgever ben je bij ziekte niet verplicht om daarop in te gaan. Sommige artsen dreigen met sancties in je uitkering, sommige werkgevers met onmiddellijk ontslag als je niet komt: dat klopt niet. Een werkgever kan je natuurlijk altijd ontslaan met betaling van een opzegvergoeding. Wat werkgevers vaak zoeken is een bewijs voor medische overmacht waarmee ze zieken onmiddellijk kunnen ontslaan, zonder opzegvergoeding. Daarom intimideren ze vaak zieken om naar dat medisch onderzoek te komen.
  3. Je bent nooit verplicht om je arbeidsgeneesheer inzage te geven in je medisch dossier of hem/haar toe te laten met je behandelend arts contact te nemen, of hem stukken uit je dossier te bezorgen. Je hebt recht op medische privacy. De arbeidsgeneesheer heb je zelf niet gekozen. Je mag hem/haar die stukken geven als je dat vertrouwt en het nuttig is voor jouw belangen.
  4. Het is de arbeidsgeneesheer die je moet uitnodigen voor een re-integratieprocedure, niet de werkgever.
  5. Als je vreest dat het je werkgever enkel te doen is om een ontslag wegens medische overmacht te regelen, blijf je beter weg uit de re-integratieprocedure. Ga dan niet, en bezorg geen medische stukken. Of kies voor stap 1.
  6. In geen geval mag je arbeidsgeneesheer nagaan of de afwezigheid van een zieke werknemer gegrond is, dat staat met zoveel woorden in de wet. Het is de arbeidsgeneesheer verboden om aan controlegeneeskunde te doen. Ze horen onafhankelijk te zijn.
  7. De arbeidsgeneesheer en zijn assisterend personeel zijn strikt gebonden door het beroepsgeheim wat betreft de inhoud van het medisch dossier.
  8. Je werkgever heeft geen recht op inzage van je medisch dossier. Hij heeft enkel recht op de melding dat je ongeschikt bent of niet.
  9. Een werkgever mag een controlearts sturen om je ongeschiktheid te controleren. Ook de controlearts mag aan de werkgever geen diagnose meedelen: die mag enkel melden of je volgens hem/haar op het moment van zijn bezoek al dan niet arbeidsgeschikt bent. Niet meer, niet minder.
  10. De adviserend geneesheer van de mutualiteit beslist over je recht op zieke-uitkeringen op basis van je medisch dossier en je gezondheidstoestand of je al dan niet arbeidsgeschikt bent. Of je nu al of niet meewerkt met een arbeidsgeneesheer, hem al of niet bepaalde stukken bezorgde, aanwezig of afwezig was op een uitnodiging op vraag van je werkgever speelt daarbij eigenlijk geen rol.




27/03/2018: Samen met het ACV naar de PRIDES in Brussel en Antwerpen
Een aantal enthousiaste personeelsleden van het ACV heeft in het najaar van 2017 de koppen bij elkaar gestoken om een platform te creëren voor werknemers die ‘holebi’ of transgender zijn. ‘ACV loves diversity’ is het motto van dit gloednieuwe platform. En op zaterdag 19 mei 2018 gaan we deelnemen aan de Belgian Pride in Brussel. Op 11 augustus 2018 is het dan weer de beurt aan de Antwerp Pride, waar we ook zullen mee stappen.
Het nieuwe platform ACV CSC LGBT@Work heeft eigenlijk twee doelgroepen. Enerzijds de ACV-personeelsleden die holebi of transgender zijn. Anderzijds de vele leden van het ACV die tot het doelpubliek behoren.

Er is in België al een hele evolutie geweest op het vlak van holebi-emancipatie. Zo hebben homo- en lesbienneparen bijvoorbeeld sinds 2003 de mogelijkheid om in het huwelijk treden. Ook kinderen adopteren is, in principe dan toch, mogelijk geworden. In de voorbije jaren kwam vooral de positie van transgenders in de schijnwerpers te staan. Onlangs nog met het verhaal van journaliste Bo Van Spilbeeck bij VTM.
Maar wettelijke en maatschappelijke evoluties waarborgen uiteraard niet dat holebi’s en transgenders overal gelijk of correct worden behandeld. Die vaststelling geldt ook voor de situatie op de werkvloer. Als platform zijn we bijvoorbeeld van mening dat elke werknemer vrijuit over zijn partner of thuissituatie moet kunnen vertellen, ook bijvoorbeeld wanneer de partner iemand van dezelfde sekse is.
Het ACV gaat met zijn tijd mee, ook op dit vlak. Vakbonden, waaronder het ACV, vinden het belangrijk om oog te hebben voor uiteenlopende vormen van diversiteit, ook op het vlak van seksualiteit en gender. Met onze eerste officiële deelname aan de Prides in ons land willen we dat uitdrukkelijk tonen. We hopen dat heel wat werknemers en leden van onze vakbond samen met ons zullen willen opstappen. Iedereen is welkom.
Deelnemen aan de Prides is ons eerste initiatief. Uiteraard willen we de werking van het platform gaandeweg ontwikkelen, ook en vooral in functie van de signalen en noden die we opvangen. |

Kom je met ons mee naar de Prides?

Heb je suggesties? Wil je deze werking helpen uit te bouwen? E-mail dan even naar acvcsc.lgbt.work@gmail.com. Het platform heeft ook al een eigen facebookpagina, en die vind je op deze plek: ACV LGBT at Work.


17/03/2018: Tussenkomst in de kosten voor kinderopvang
Alle werknemers van een onderneming die deel uitmaakt van het Paritair Comité 314 (kappers, schoonheidszorgen en fitnesscentra) waarvan de kinderen jonger dan 3 jaar naar een erkende kinderopvang gaan, kunnen aanspraak maken op een tussenkomst in de kosten voor kinderopvang.







Wie heeft er recht?
Alle werknemers van een onderneming die deel uitmaakt van het Paritair Comité 314 (kappers, schoonheidszorgen en fitnesscentra) waarvan de kinderen jonger dan 3 jaar naar een erkende kinderopvang gaan, kunnen aanspraak maken op een tussenkomst in de kosten voor kinderopvang.

Beide ouders kunnen genieten van een tussenkomst in de kosten van de kinderopvang per dag van opvang. Indien beide ouders tewerkgesteld zijn bij dezelfde werkgever, wordt de tussenkomst in kosten slechts aan één van de ouders toegekend.
Het bedrag?
De tussenkomst bedraagt € 5 per dag effectieve opvang, zolang het kind de leeftijd van 3 jaar niet heeft bereikt, ongeacht het aantal uren opvang per dag. De tussenkomst bedraagt voor elke gerechtigde werknemer maximaal € 600 per kind per jaar.

Nodige bewijsstukken?
De aanvraag dient volgende documenten te bevatten:

1) Bij de eerste aanvraag, een uittreksel van de geboorteakte van het kind voor wie u de tussenkomst aanvraagt of elk ander document dat uw afstammingsband met het betrokken kind bewijst.

2) Het aanvraagformulier moet volledig ingevuld worden. U kan dit document downloaden op onze website www.acvbie.be onder de rubriek sectorinformatie. U kan het document ook verkrijgen in een ACV-dienstencentrum of in een secretariaat van ACV bouw – industrie & energie.

3) Kopie van het fiscaal attest inzake uitgaven voor de opvang van kinderen die de opvangdagen van het betreffende jaar vermeldt waarvoor u een tussenkomst aanvraagt. Opgelet: Hetzelfde attest is bruikbaar voor beide ouders!

Hoe aanvragen?
De werknemers kunnen hun dossier rechtstreeks indienen bij hun vakbond, bij een ACV-dienstencentrum of bij een secretariaat van ACV bouw – industrie & energie.

Wanneer vindt de betaling plaats?
De betaling wordt ten vroegste uitgevoerd op 1 juli van het jaar waarin het fiscaal attest wordt afgeleverd en ten laatste op 31 december van het jaar van ontvangst van de ingediende dossiers.

Download hier onze nieuwsbrief.


17/03/2018: BW & SW: actualisatie aanvullend pensioen 2017
In de maatwerkbedrijven (de vroegere beschutte en sociale werkplaatsen) kennen we geen specifiek sectoraal pensioenplan, maar sluiten we ons aan bij het pensioenplan van de Vlaamse non-profit.

Werk je in een maatwerkbedrijf, en dit gedurende minstens 6 maanden aaneensluitend, dan krijg je per trimester een bedrag op je pensioenrekening. Werk je deeltijds, dan wordt er rekening gehouden met de tewerkstellingsbreuk.

Je krijgt het gespaarde bedrag met intrest in één keer uitbetaald als je op pensioen gaat.
 

Voor de periode 2006-2010
Werkte je voltijds en was je nog in dienst op 1/1/2010, dan krijg je € 10 per trimester, in totaal dus € 40 per jaar voltijdse tewerkstelling.

Voor de periode vanaf 2011
Het bedrag dat op je ‘pensioenrekening’ gestort wordt, wordt jaarlijks bepaald.

Werk je voltijds, dan krijg je volgende bedragen:

   Voor 2011 is dit € 135 (€ 33,75 per trimester)
   Voor 2012 is dit € 120 (€ 30 per trimester)
   Voor 2013 is dit € 120 (€ 30 per trimester)
   Voor 2014 is dit € 120 (€ 30 per trimester)
   Voor 2015 is dit € 120 (€ 30 per trimester)
   Voor 2016 is dit € 120 (€ 30 per trimester)
   Voor 2017 is dit € 120 (€ 30 per trimester)

Werk je dus sinds 2006 of vroeger voltijds in een maatwerkbedrijf, betekent dit dus € 1.055.

Jaarlijks krijg je hiervan een overzicht toegestuurd vanuit het Vlaamse Pensioenfonds.

Gedetailleerde informatie vind je in de secretariaten van ACVBIE en op www.pensioensocialesector.org.
07/09/2017: Bacquelaine snijdt nog dieper in onze pensioenen

Op basis van de tekst die pensioenminister Bacquelaine publiceerde op zijn website werd ons duidelijk dat de Ministerraad verleden donderdag besliste de werknemerspensioenen opnieuw te verlagen.
Er zouden drie maatregelen genomen worden.

  • Maatregel 1: De werknemers die op brugpensioen gaan in het algemene stelsel (dus niet herstructurering, zware beroepen…), zullen minder pensioen krijgen. Hun jaren brugpensioen zullen voor de pensioenberekening niet langer meetellen aan het laatste loon maar aan een minimumloon.
  • Maatregel 2: Werknemers die langer dan één jaar zoeken naar werk zullen ook de nieuwe, negatieve berekening ondergaan. In plaats van die mensen een job te geven, kiest de regering ervoor om hen dubbel te straffen. Eén keer op het moment van ontslag en één keer, tientallen jaren later, als ze op pensioen zijn.
  • Maatregel 3: daarenboven zou de minister opnieuw diezelfde gestigmatiseerde groep van werkzoekenden en bruggepensioneerden benadelen. Het zou kunnen dat werknemers die voor hun 20ste zijn beginnen werken en op het einde van hun loopbaan op SWT/brugpensioen gezet worden (ook wegens herstructurering, zware beroepen…) voor die jaren in hun pensioen bestraft worden. Het compensatiemechanisme dat voorzag dat mensen met meer dan 45 jaar loopbaan hun eerste lage lonen vervangen zagen door hun laatste hogere lonen zou hiermee worden afgeschaft.

Deze pure contractbreuk zou gelden voor pensioenen die ingaan vanaf 1-1-2019.
Werkbare eindeloopbanen en positieve maatregelen zijn onbekend terrein voor deze regering. Mensen bestraffen door te lage pensioenen te verlagen is het nieuwe normaal. Door mensen te bestraffen en hun (nog) lagere pensioenen te geven wordt het voor hen nog moeilijker om een nieuwe job te vinden of om hun job vol te houden tot hun 67ste . Wij willen werkbaar werk voor iedereen. Wij willen een deftig pensioen voor iedereen.

De solidariteit van de gelijkgestelde periodes maken een belangrijk onderdeel uit van de loopbaan van mannen en vrouwen: van de gemiddelde loopbaan bij een man van 42 jaar is er 30 % gelijkgesteld. Bij vrouwen, met gemiddeld een loopbaan van 36,6 jaar is er 37 % gelijkgesteld. Zonder die gelijkstellingen zou hun pensioen dus evenredig verminderen.

   Impact voor de gemiddelde man of vrouw. Gemiddeld hebben zowel man als vrouw 5,6 jaren geviseerde gelijkstelling. De beslissing van de regering over het beperken van die gelijkgestelde periodes betekent voor de gemiddelde werknemer 152 euro pensioen per maand minder (man), een vrouw zal 133 euro verliezen. De mannen verliezen meer omdat hun inkomen, dat als basis dient om het pensioen te berekenen, hoger ligt

Maatregel 3:  Pensioenverlies voor werknemers die begonnen te werken voor hun 20ste.

14/07/2017: Begroting: niet uitgaven, maar ontvangsten zijn het probleem
Nu de sociale zekerheid een positief saldo laat optekenen, wordt het hoog tijd dat de federale regering kijkt naar zijn inkomsten om de begroting op orde te krijgen. De laatste jaren is er al genoeg bespaard in de sociale zekerheid, laat de regering nu werk maken van een rechtvaardige fiscaliteit waarbij bepaalde groepen in de samenleving de dans niet langer ontspringen.
Zomerse proefballonnetjes
Traditioneel worden er aan de vooravond van de begrotingsopmaak heel wat proefballonnetjes opgelaten. Even traditioneel gaat het weer richting besparingen in de sociale zekerheid en de collectieve diensten. Met bovenop een nieuwe laag structurele hervormingen, met inbreuken op de rechten van de werknemer, op mensen die een uitkering krijgen en op de gezondheidszorg. Zo werd alleen al tussen 2015 en 2017 in de gezondheidszorg 902 miljoen extra structureel bespaard, bovenop de inperking van de groeinorm.

Begrotingsprobleem zit aan kant van de inkomsten
Het is onaanvaardbaar dat men bij elk begrotingsdebat de focus op de uitgavenkant legt, terwijl de federale regering blijft weigeren om voor fiscale rechtvaardigheid te kiezen aan de inkomenszijde.  Nochtans blijkt uit de laatste cijfers dat niet de uitgaven in de sociale zekerheid zorgen voor het huidige begrotingsprobleem; dat zit vooral aan de kant van de inkomsten.

Helft van de bedrijven betaalt geen vennootschapsbelasting
Daarom: er kan geen sprake zijn van de hervorming van de vennootschapsbelasting die een nieuw gat slaat in de begroting, terwijl nu ook al blijkt dat de taks shift niet eens gefinancierd is. Nu al betaalt meer dan de helft van de bedrijven geen vennootschapsbelasting, volgens de cijfers van de Hoge Raad voor Financiën. Zou het ook geen goed idee zijn om te zorgen voor voldoende belastingcontroleurs om fiscale fraude tegen te gaan in plaats van hun aantal af te bouwen? En waarom wordt arbeid nog altijd zo zwaar belast, terwijl een belangrijk deel van de andere inkomsten niet of nauwelijks worden belast? Een belasting van de reële huurinkomsten zou een mooi begin zijn om de scheefgetrokken relatie recht te trekken, samen met de invoering van een voldragen meerwaardebelasting.

Twaalf structurele hervormingen
Beweging.net, MOC, ACV en CM leggen twaalf structurele hervormingen op tafel om de ontvangsten te verhogen en rechtvaardiger te maken. Tegelijk lanceren we voorstellen voor werkgelegenheid en sociale rechtvaardigheid.

Deze voorstellen vindt u hier.

12/07/2017: Vlaams akkoord over opleidingen werknemers
De Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners hebben een akkoord bereikt over de hervorming van de opleidingsinstrumenten voor werknemers. Met de hervorming moeten werknemers zich meer en beter kunnen ontwikkelen en voorbereiden op de toekomst. Het akkoord is het sluitstuk van het Vlaams Banenpact.
Vlaanderen evolueert steeds meer naar een innovatieve kenniseconomie. Meer dan ooit zijn de ontwikkeling van kennis en vaardigheden essentieel voor de productiviteit en de competitiviteit van onze bedrijven én voor de werkbaarheid en de loopbaanontwikkeling van de werknemers. Het stimuleren van deelname aan opleiding en vorming is daarbij van cruciaal belang, zeker voor wie vandaag minder participeert. Met de 6de Staatshervorming kwam nog een deel van de opleidingsbevoegdheid naar Vlaanderen. Hét ideale moment  om het geheel te hervormen en te moderniseren.

5 krachtlijnen
De Vlaamse sociale partners en minister Muyters bereikten een akkoord over de hervorming van het opleidingsinstrumentarium. De hervorming omvat 5 grote krachtlijnen:

  • een arbeidsmarktgerichte en toekomstgerichte focus
  • één generiek kwaliteitskader
  • één erkende opleidingsdatabank
  • een uniforme monitoring en evaluatie
  • transparantie en digitalisering.

Garanties voor transparantie en kwaliteit
Alle opleidingen worden getoetst aan een aantal criteria waaronder de mate waarin een opleiding inspeelt op de (toekomstige) uitdagingen op de arbeidsmarkt, de technologische evoluties of –competenties… Deze criteria en het puntensysteem om opleidingen te erkennen worden de komende maanden door de Vlaamse Regering en de sociale partners samen verder uitgewerkt. De erkenningen zullen tijdelijk zijn, wat maakt dat de opleidingsmogelijkheden steeds actueel blijven. Hiermee komen de Vlaamse Regering en de sociale partners tegemoet aan de kritiek die door het Rekenhof was geuit inzake transparantie en kwaliteitsbewaking van het opleidingsinstrumentarium.

Drie opleidingsinstrumenten
Voortaan zijn er drie instrumenten: het Vlaams opleidingsverlof, de Vlaamse opleidingscheque en het Vlaams opleidingskrediet. Deze vorming- en opleidingsinstrumenten zijn van belang voor iedereen. Voor de individuele werknemer die zijn competenties kan versterken. Voor de bedrijven die meer goed opgeleide werknemers zien verschijnen op de arbeidsmarkt. En voor de toekomstige arbeidsmarkt en onze economie in het algemeen omdat onze productiviteit, competitiviteit en innovatie een boost krijgen. De 3 instrumenten worden telkens gebaseerd op dezelfde bouwstenen, wat ervoor zorgt dat het volledige opleidingsaanbod uniform en gestroomlijnd wordt.

Het Vlaams opleidingsverlof (voorheen betaald educatief verlof) behoudt voor werknemers het recht om tijd te krijgen om opleidingen te volgen zonder dat ze daarbij loonverlies lijden. Nadat een opleiding afgerond is, betaalt de Vlaamse overheid de loonkost terug aan de werkgever.

Via de Vlaamse opleidingscheques kunnen werknemers de kosten van arbeidsmarktgerichte opleidingen terugbetaald krijgen. De opleidingen die in aanmerkingen komen, zijn dezelfde als die bij het Vlaams opleidingsverlof. In de toekomst zal de papieren cheque volledig verdwijnen en vervangen worden door digitale cheques.

Sluitstuk is het Vlaams opleidingskrediet, speciaal gefocust op de toekomstige uitdagingen op de arbeidsmarkt. Werknemers uit de privésector kunnen vandaag al via federale wetgeving tijdskrediet opnemen voor opleidingen. Vlaanderen wil daar bovenop nog een extra premie geven in de vorm van het Vlaams opleidingskrediet. Zo kunnen werknemers die zich grondig willen herscholen, heroriënteren of herkwalificeren, rekenen op een extra steun van de Vlaamse overheid. In een actuele en veranderende arbeidsmarkt waar carrièreswitches meer regel dan uitzondering zullen worden, verdienen die keuzes een extra steun.

Ann Vermorgen: “Ontwikkeling van competentie van de toekomst is cruciaal”
Ann Vermorgen (ACV), voorzitter van de SERV: “Vakbonden en werkgeversorganisaties onderlijnen met dit akkoord het cruciale belang van vorming en opleiding om in te spelen op de toekomstige uitdagingen van de Vlaamse arbeidsmarkt en economie. Om uitdagingen als globalisering, digitalisering en robotisering niet te ondergaan, maar in ons voordeel te gebruiken, moeten we sterk inzetten op de ontwikkeling van de competenties van de toekomst. De vormingsinstrumenten uit dit akkoord maken dit mogelijk. Via tal van sensibiliserende maatregelen zoals leercoaches willen we de leercultuur en het leren leren bevorderen, zeker ook voor kortgeschoolden. Samen met de Vlaamse Regering zullen de sociale partners de krachtlijnen uit dit akkoord de komende maanden verder uitwerken en in de praktijk omzetten.”
Minister Muyters: “Ik ben heel blij dat we deze hervorming samen met de sociale partners hebben kunnen doorvoeren. Het toont aan dat zowel werkgevers als werknemers overtuigd zijn dat alle erkende opleidingen tot doel hebben om arbeidsmarktposities te verbeteren, vandaag of in de toekomst. De Vlaamse arbeidsmarkt is voortdurend en steeds sneller in beweging, we ondervinden stevige concurrentie van het buitenland en de krapte op onze arbeidsmarkt wordt groter. We hebben vandaag en in de toekomst élk talent op onze arbeidsmarkt nodig. Enkel door goed geschoolde en goed gemotiveerde mensen kunnen we Vlaanderen draaiende houden. Deze hervorming ondersteunt die ambitie.”
Bron: Vlaamse Regering, SERV

07/04/2017: Sancties voor langdurig zieken nefast voor re-integratie
Het ACV is woedend over de regeringsbeslissing om langdurig zieken met financiële sancties te dwingen tot medewerking aan re-integratietrajecten. Deze botte en puur budgettaire beslissing is nefast voor de constructieve aanpak die de voorbije maanden groeide rond re-integratie van langdurig zieken. Bovendien is de regering andermaal hoogst onevenwichtig en onrechtvaardig.


Re-integratie is een delicaat proces
De huidige reglementering, die pas een paar maand in voege is, biedt mogelijkheden voor langdurig zieken tot re-integratie op de werkvloer via een aangepaste of andere job. Maar dan wel op vrijwillige basis. Want re-integratie van langdurig zieken is een bijzonder delicaat proces. Het gaat immers om zieken die nog tijdens hun ziekte met het oog op hun revalidatie in dit proces stappen.  Een proces waarbij ook een geheel andere functie kan voorgesteld worden, met andere barema’s, arbeidsvoorwaarden en financiële voordelen. Daarin tussenkomen met sancties voor zieken is hoogst onevenwichtig. Dit verstoort compleet het serene kader waarin kan overlegd worden tussen de betrokken partijen (werknemer, werkgever, arbeidsgeneesheer) over een vrijwillige en kwalitatieve re-integratie.
Die regels, die nog maar een paar maanden in voege zijn, kwamen er op basis van opeenvolgende akkoorden tussen werkgeversorganisaties en vakbonden. Akkoorden waarover minister Peeters én minister De Block zich op dat moment positief uitspraken. Dat alles lapt de ganse regering nu aan haar laars. Overleg is belangrijk in regeringswoord, maar niet in -daad.

Werkgevers komen wel érg gemakkelijk weg
Opvallend in de regeringsbeslissing is het enorme onevenwicht in werknemers- en werkgeversverantwoordelijkheid. Het luik werknemerssancties laat niets aan de verbeelding over. Als de werknemer de administratieve verplichtingen niet nakomt zonder motivatie: -5 % op uitkering. Als hij niet aanwezig is op re-integratie gesprek: -10 % op uitkering.
Maar werkgevers die niet meewerken aan de re-integratie van langdurig zieke werknemers, komen wel zeer gemakkelijk weg. Vergeten we niet dat na een patronaal kuchje de tweede maand gewaarborgd loon, opgenomen in het regeerakkoord, in de regeringsprullenmand verdween. Eerst uitgesteld. Daarna afgesteld. De nu aangekondigde verplichting om 10 % van de ziekte-uitkering te moeten betalen gedurende de eerste zes maand ziekte van hun werknemers, is plots verdwenen. In plaats daarvan komt  een onwerkbaar systeem dat hoogst uitzonderlijk zou resulteren in een sanctie voor manifest onwillige werkgevers. Maar dit vergt het opmaken van een proces-verbaal door de inspectie toezicht welzijn, een passage langs de arbeidsrechtbank en dan eventueel een administratieve boete. Luidens het jongste jaarverslag van de inspectie (2012) zijn er te weinig inspecteurs. Net voldoende om alle bedrijven 1 keer in de 21,5 jaar te bezoeken. Daarbij registreert de inspectie in 42 % van de bezoeken inbreuken op de wetgeving. Volgens het laatste verslagjaar werden amper 705 pv’s opgemaakt voor alle overtredingen van de wet welzijn samen. En kwam het tot slechts 130 boetes of minnelijke schikkingen effectief  opgelegd door rechtbanken. Deze regeringsbeslissing is deskundig zo ontworpen om nooit voor de werkgevers te kunnen werken. Bovendien vallen kmo’s  buiten deze regeling. Maar voor de werknemers is het een koude lineaire vermindering van hun uitkering! Deze rechtse en liberale regering is onbarmhartig voor zieke werknemers en meevoelend met hun werkgevers.

Tijdkrediet: besparen enerzijds, dralen anderzijds
Al even betreurenswaardig is de regeringsbeslissing om nog extra te besparen op tijdkrediet. Dit is opnieuw een aanfluiting van het streven naar werkbaar werk. En ondertussen draalt de regering al maanden met het uitvoeren van cao-afspraken rond tijdkrediet die de sociale partners al in december 2016 afsloten. Deze cao moest op 1 april van start en regelt onder andere de uitbreiding van het zorgkrediet met 3 maanden.

01/03/2017: Sociale zekerheid lijdt onder minderinkomsten door politiek
Uit nieuwe ramingen van de inkomsten en uitgaven voor de sociale zekerheid voor 2016 en 2017, blijkt het tekort groter te zijn dan voorzien in december 2016.
Het probleem stelt zich hoofdzakelijk aan de inkomstenzijde. In vergelijking met eerdere ramingen zou de alternatieve financiering van onze sociale zekerheid dalen. Dit is vooral te wijten aan de lagere inkomsten uit roerende voorheffing: 102,4 miljoen euro minder in 2016 en 281,5 euro minder in 2017!

Deze alternatieve financiering is nochtans broodnodig gezien de voortdurende vermindering van sociale bijdragen. Een vermindering van sociale bijdragen die onder meer in het kader van de door de Regering besloten tax shift, wordt toegekend. De bruto kostprijs van deze tax shift wordt voor 2017 op 2,059 miljard euro geschat.

De uitgaven zijn daarentegen stabiel gebleven. De voornaamste stijgingen vloeien voort uit de indexering van de sociale uitkeringen, die drie maanden vroeger zal plaatsvinden dan gepland. Dit is vooral het resultaat van stijgende dienstenprijzen in de index (grotere stijging dan in de andere landen), een stijging die op haar beurt voortvloeit uit een gebrekkige controle op de prijzen van deze diensten.

De nieuwe ramingen tonen duidelijk aan dat de sociale zekerheid nood heeft aan een stabiele financiering en mechanismen die nodige, evenwichtige inkomsten voor de noden van onze bevolking kunnen garanderen. De huidige financieringsmechanismen zijn ontoereikend om de mindere inkomsten te compenseren. Mindere inkomsten die vooral het gevolg zijn van sociale bijdragen verlagingen en –vrijstellingen, zonder tegenprestatie.

Wij vragen de regering met aandrang, haar verantwoordelijkheid te nemen en haar wetsontwerp tot hervorming van de sociale zekerheid - die geen stabiele financiering van de sociale zekerheid garandeert - grondig te herzien.

Wat de sociale zekerheid nodig heeft, is een gegarandeerde evenwichtsdotatie en een overheidsdotatie die rekening houden met de noden van een vergrijzende bevolking! Een alternatieve financiering ter compensatie van alle soorten sociale bijdragen verlagingen!

Het is een kwestie van politieke wil. De in België geproduceerde rijkdom stijgt voldoende om innovatieve en duurzame financieringsbronnen te vinden, met name via een rechtvaardige en eerlijke fiscaliteit.
Dit is onontbeerlijk opdat de sociale zekerheid op een duurzame manier kan bijdragen tot het algemeen welzijn, de sociale samenhang en een goede sociale bescherming voor iedereen.

28/10/2016: Minister van Pensioenen kampioen in averechtse herverdeling
Zonder blikken of blozen beaamt minister Bacquelaine dat hij de hogere pensioenen zal verhogen ten koste van de andere pensioenen. Want, zegt hij, de lagere pensioenen hebben al genoeg gekregen. Deze redenering rammelt langs alle kanten.

Vanaf 2019 wordt de solidariteitsbijdrage verlaagd. Deze bijdrage werd ingevoerd in 1994 in budgettair moeilijke tijden en diende, zoals de naam ook zegt, om de solidariteit tussen de laagste en de hoogste pensioenen te herstellen. Er was immers grote ongelijkheid tussen de hoogste pensioenen, die ook hogere aanvullende pensioenen hadden, en de laagste pensioenen die geen of een zeer beperkt aanvullend pensioen hadden.

Deze vaststelling is vandaag nog steeds actueel. Een werknemer met een maximumpensioen van 2.300 euro per maand heeft gemiddeld een aanvullend pensioen van net geen 1.000 euro per maand terwijl deze met een pensioen van minder dan 1.500 euro in het beste geval enkele tientallen euro’s aanvullend pensioen heeft.
De ongelijkheid is dus niet weggewerkt. De budgettaire situatie is intussen niet rooskleuriger. Wat is dan het argument voor een ingreep die de sociale zekerheid 85 miljoen euro aan inkomsten ontneemt?

Dat de laagste pensioenen al genoeg hebben gekregen?  Eerst een indexsprong van 2%, vervolgens door de sociale partners voor 2% gecompenseerd vanuit het ingeperkte budget voor de welvaartsvastheid, dat lijkt niet echt op een vooruitgang.  De enige reële vooruitgang die er was, was ocharme 0,7%, en dan nog strikt beperkt tot de werknemers met 45 gewerkte jaren.  Voor de lagere pensioenen boven het minimum was er, door de indexsprong van 2%, alleen maar achteruitgang.  Bovendien wordt de welvaartsenveloppe, het budget voorzien om de laagste uitkeringen op te trekken, voor 2017 met de helft verminderd. Daar gaat de belofte uit het regeerakkoord om de laagste uitkeringen geleidelijk op te trekken tot de armoededrempel.
De regering vindt het geld bij de doorsnee werknemers en gepensioneerden. Zo besliste ze dat er voor de jaren vanaf 2017 minder pensioen zal zijn voor werknemers die werkloosheidsperiodes hebben gekend of zelfs breder, een werkloosheidsstatuut hebben. Het idee is om een rugzak van één jaar toe te kennen op een volledige loopbaan tot 67 jaar. Wanneer die vol is, moet je het stellen met een lager pensioen. Werkzoekenden, in opleiding, deeltijds met een RVA-aanvulling, inschakelingsuitkering, brugpensioen of werkloos met bedrijfstoeslag, tijdelijk werklozen... zullen hun pensioen dus zien afnemen. De impact zal enorm zijn en dus niet alleen voor langdurig werkzoekenden maar voor vele werknemers. Iemand met een bruto-inkomen van 3.000 euro verliest zo 250 euro pensioen per jaar vanaf het tweede jaar werkloosheid of SWT. Dat is 1.000 euro voor iemand met vijf jaar werkloosheid. Denkt de regering nu echt dat het doembeeld van een lager pensioen mensen sneller aan werk helpt?

Deze maatregelen werden afgesproken in het kader van de recente begrotingsopmaak. Net als de hele begroting is dit een toonbeeld van averechtse herverdeling. De regering moet terugkomen op deze oneerlijke, onrechtvaardige en asociale maatregelen.
17/09/2016: Elektronische arbeidsovereenkomst voor uitzendkrachten
Vanaf 1 oktober kunnen uitzendkrachten hun contract ondertekenen via computer of smartphone. Behalve het praktische aspect (niet meer moeten langsgaan bij het uitzendkantoor om het contract te tekenen), is het ook en vooral een vooruitgang voor de rechten van de uitzendkracht. Als interimkracht kon je tot nu toe gedurende twee dagen tewerkgesteld zijn zonder ondertekend contract. Met soms de nodige problemen en juridische onzekerheden als gevolg. Bijvoorbeeld bij ziekte of arbeidsongeval. Want geen contract betekent ook dat er geen bewijs is om je rechten te kunnen laten naleven.


De introductie van de elektronische arbeidsovereenkomst zorgt ervoor dat deze onzekerheid verdwijnt. Vanaf nu moet je als uitzendkracht een contract tekenen vooraleer je begint te werken en niet “binnen de 48 uur”.
Praktisch
1. Je ontvangt een e-mail of sms met een voorstel van arbeidsovereenkomst.
2. Je klikt op “lezen” en, indien akkoord, op “teken het contract”.
3. Je kiest op welke manier je het contract wil ondertekenen: ofwel met de elektronische identiteitskaart, ofwel met een persoonlijk paswoord.
4. Je voert de pincode in van je elektronische identiteitskaart OF het paswoord.
5. Je contract is ondertekend en wordt ook automatisch toegevoegd aan je account op “interim@work”.
(Dit account kan je dan ten alle tijden checken om na te gaan of er al dan niet een contract was voor een bepaalde dag/periode).

Blijf je liever bij het oude systeem, namelijk tekenen op papier?
In dat geval moet je met je uitzendkantoor afspreken op welke manier je je arbeidsovereenkomst wil tekenen; op papier of elektronisch. Het blijft mogelijk om je contract op papier te krijgen en te ondertekenen, maar de kans is groot dat het uitzendkantoor je zal overtuigen om over te stappen naar het elektronische systeem. Het interimkantoor moet je ook helpen bij de eerste stappen die je moet ondernemen voor het elektronische contract (een account creëren, een paswoord kiezen, uitleg geven over de manier van werken, …). Je kan hiervoor natuurlijk ook bij het ACV terecht.
31/08/2016: Definitie zware beroepen. Regering moet de nodige financiering vinden.
Op 30/8 kwamen de sociale partners bijeen binnen het Nationaal Pensioencomité. Ze hebben een tussentijds verslag van de besprekingen rond zware beroepen goedgekeurd. Het verslag wordt doorgegeven aan de regering. Het is nu haar verantwoordelijkheid om een budget vrij te maken.

Werkgevers en vakbonden zijn het erover eens dat in de eerste plaats voor een collectieve aanpak moet worden geopteerd. Er werden vier criteriacategorieën bepaald:

  • fysiek zwaar werk door fysieke belasting en door de werkomgeving;
  • belastende werkorganisatie;
  • verhoogde risico’s;
  • mentale en emotionele werkbelasting.

Dit tussentijds verslag is een belangrijk document. In de aanloop naar het tweede en verdere deel van de besprekingen vragen ACV, ABVV en ACLVB dat de regering voor een structurele, duurzame en solide financiering zorgt. Ze moet alle werknemers die een zwaar beroep uitoefenen de kans bieden op een compensatie in hun pensioenregeling. Daarom trouwens vragen ABVV, ACLVB en ACV dat de nieuwe hervorming in een overgangsperiode voorziet. Alle werknemers moeten een of andere vorm van compensatie kunnen genieten, ook voor de gewerkte jaren vóór de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd.
De sociale partners hebben een eerste stap gezet. ACLVB, ACV en ABVV verwachten nu van de minister van Pensioenen dat hij de nodige middelen vrijmaakt om dit dossier te kunnen afronden.

Meer info?

   31 augustus 2016: download dit persbericht(pdf-bestand)
Regering Michel geeft werknemers nieuwe slag in het gezicht
Na de harde ingrepen in hun (einde)loopbaan en de aanslag op hun koopkracht krijgen werknemers opnieuw de volle laag. De regering Michel koos van meet af voor rechtse en liberale recepten en ze wijkt daar ook nu niet van af. Die liberale en rechtse recepten leggen alle lasten bij gewone mensen. De andere inkomensgroepen blijven ongezien wegkomen.
“Vele experten erkennen ondertussen dat die recepten niet werken. Ze zijn contraproductief voor de economie en ze teren de overheid uit tot een anorexia-staat. Een gat van 3,8 miljard in de begroting en een slabakkende economie bewijzen dit ook in de feiten ”, stelt ACV voorzitter Marc Leemans vast.  “Toch kiezen de vier regeringspartijen opnieuw en unisono voor de verkeerde liberale aanpak. Met nog minder kansen voor overleg. Dat de regering wil dat werknemers met zieke kinderen vakantiedagen mogen afbedelen bij hun collega’s is de meest schrijnende illustratie van deze beschamende sociale neergang”.

De vermogens worden ontzien. Maatregelen van minister Van Overtveldt die hen zogezegd moesten aanspreken (Karaattaks, Kaaimantaks, speculatietaks) blijken pure oogverblinding. Daar verandert helemaal niets aan.

De werkgevers krijgen na de meer dan  5 miljard jaarlijkse en onvoorwaardelijke loonkostkorting (competitiviteitspact, indexsprong en tax shift) deze keer nog een dikker cadeau : gratis en automatische flexibiliteit! En bovenop de belofte van weldra een nog lagere vennootschapsbelasting. Logisch dat VBO, VOKA, NSZ, Unizo, UCM en UWE allen uitermate positief reageerden. Wie betaalt ook nu weer het gelag? De werknemers, ambtenaren, zieken, invaliden, werklozen en gepensioneerden.

"Werknemers zien hun 38-urenweek afgepakt door Minister Peeters. Dit betekent minder loon, omdat werkgevers overuren voortaan betalen als gewone uren", rekent Leemans voor. Hij  waarschuwt ook voor andere perverse effecten. “Dit gaat helemaal niet om werkbaar werk. En hoe dit voor jobs zal zorgen is een compleet raadsel. De simpele waarheid is dat werknemers meer moeten werken als hun werkgever dit wil, zonder loontoeslag. En thuis moeten blijven als de werkgever hen minder nodig heeft. En nog wat moeilijker met tijdkrediet kunnen. Dit leidt tot nog moeilijker werkomstandigheden. Dus nog meer stress, burn-out en meer langdurig zieken.  Maar ook daar heeft deze regering een 'oplossing' voor. Zieken en invaliden moeten van Minister De Block en Minister Peeters voortaan strenger gecontroleerd en gesanctioneerd worden. Het december-akkoord onder sociale partners staat zo na amper drie maand al bij het vuil".

Overheidspersoneel wordt opnieuw hard gepakt door de redesign van Minister Vandeputte. En bovendien worden ambtenaren en onderwijzend personeel zwaar bedrogen via hun pensioen. Minister Bacquelaine schrapt de diplomabonificatie in hun pensioenberekening. En zonder oplossing voor politie, brandweer, militairen, onderwijzend personeel en anderen worden hun specifieke pensioenbreuken in vraag gesteld. Die ingrepen leiden tot 10%, 20% of meer verlies aan pensioen.

Werklozen raken door de maatregelen van Minister Peeters nog moeilijker aan een uitkering, zowel voor volledige als voor tijdelijke werkloosheid. Gewerkte periodes buiten de EU tellen voortaan niet meer mee. En de vereiste gewerkte periode wordt zwaar opgetrokken.
Mensen zonder bedrijfsauto verliezen door de hogere dieselaccijns nogmaals op hun reeds aangetaste koopkracht.

Deze regering doet de mensen langer werken, in moeilijker werkomstandigheden, voor minder koopkracht en voor minder pensioen. En geeft hun inspanning cadeau aan de werkgevers.
"Dit is je reinste volksverlakkerij. Voor deze rechtse en liberale aanpak hebben de kiezers niet gekozen. Partijen die deze aanpak verdedigen keren zich af van de werknemers, van de ambtenaren en het onderwijzend personeel, van de zieken en invaliden, van de werklozen en gepensioneerden.  Dit overgieten met een sausje van pseudo-overleg doet daar helemaal niets van af. We gaan nu intern en met de collega’s van de andere bonden het gesprek aan over de gepaste reactie”, besluit Leemans.
08/04/2016: 20 april: De toekomst is van ons                
Op woensdag 20 april manifesteren de jongeren voor jobs en sociale zekerheid. Het ACV organiseert deze manifestatie voor de toekomst. Kwaliteitsvol werk en sociale bescherming voor iedereen vormen de belangrijkste thema's. Voor jongeren wordt het immers almaar moeilijker om een stabiele, kwaliteitsvolle job te vinden en te behouden. Een aantal studenten- en jeugdorganisaties stappen ook mee op.
Onze eisen in een notendop:
  • Kwaliteitsvolle jobcreatie:
   De taxshift moet zorgen voor kwaliteitsvolle jobs, geen blanco cheques voor de werkgevers
  • De stopzetting van de uitkeringen voor werkzoekenden op basis van leeftijd, diploma of werkloosheidsduur en de afschaffing van de maatregel van halvering van de inkomensgarantie-uitkering.
  • Extra investeringen in onderwijs, openbare dienstverlening en de non-profit
Praktisch
Datum: 20 april 2016
Vertrek: Brussel, Zuidplein, om 14u. De manifestatie eindigt rond 16u aan het Albertinaplein met muziek en speeches.
11/03/2016: Gezocht delegee bouw
In de bouw kennen we geen Sociale Verkiezingen, daarom voeren we permanent campagne om op zoek te gaan naar kandidaten die we kunnen aanduiden als syndicaal afgevaardigde.

Waarom?
  • Inspraak is belangrijk.
  • Waken over veiligheid.
  • Het bewaken van loon- en arbeidsvoorwaarden is van levensbelang.

Download onze plooifolder voor meer informatie hieromtrent.

Op de website van de Actie Delegee Bouw lees je alles over:
  • de aanstelling,
  • de rechten en plichten,
  • de opleiding,
  • persoonlijke getuigenissen van delegees

Met vragen kan je steeds terecht in jouw beroepsverbond van ACV bouw - industrie & energie Mechelen.                 
11/01/2015: Fiscale rechtvaardigheid opnieuw op tafel
N-VA voorzitter Bart De Wever raakte vandaag in nauwe schoentjes. De tax shift/misser van de regering Michel geeft zogezegd wat meer netto aan de gemiddelde inkomens. Niets is minder waar. Gepensioneerden, zieken, invaliden, werklozen krijgen enkel hogere facturen. En voor de werknemers met een laag tot gemiddeld loon is het klein beetje netto erbij veel lager dan de vele hogere facturen. En dit dan nog bovenop de indexsprong voor werknemers en gerechtigden op sociale uitkeringen en diverse andere ingrepen in de sociale uitkeringen. Dit voorstellen als winst aan koopkracht is puur volksbedrog. Bovendien pompte de regering de begroting en tax shift/misser vol met lucht. Eric Van Rompuy, voorzitter van de commissie financiën van het federaal parlement, heeft dit als eerste duidelijk gemaakt. Rekenhof, Nationale Bank, Planbureau, Europese Commissie, IMF en zelfs Sophie Wilmes, federaal begrotingsminister, allemaal erkennen ze intussen dat nog een gepeperde factuur zal volgen om de begroting te doen kloppen. Dan wordt die Hollandse rekenkunde van de regering al helemaal een lachertje.

Om de overdreven en ondoelmatige lastenverlagingen die de regering beloofde te compenseren en om de Europese begrotingsdoelstellingen te halen moet de regering nog op zoek naar miljarden. Minister Van Overtveldt blijft dit in alle toonaarden ontkennen. Er is volgens hem maar een klein budgettair probleem dat later wel zal opgelost worden. Maar nu begint zelfs zijn partijvoorzitter nattigheid te voelen. Toen hij vandaag in de Zevende Dag met de budgettaire realiteit geconfronteerd werd, kwam de N-VA voorzitter niet veel verder dan dat hij wil besparen op de administratievergoeding bij vakbonden en mutualiteiten. Terwijl deze administratievergoeding al jaren niet geëvolueerd is, integendeel al werd verminderd, en niet meer kostendekkend is.

Met deze nieuwe aanval op de vakbonden - en in één beweging ook de mutualiteiten - wil N-VA alleen maar de aandacht afleiden van de olifant in de kamer. Nadat de ene na de andere factuur, zowel op regionaal als federaal niveau, is doorgeschoven naar werknemers (nu al de zwaarst belaste groep), gepensioneerden, zieken en werklozen, nadat peanuts werden gevraagd van de vermogenden en massa's geld op de meest ondoelmatige manier werden doorgesluisd naar de bedrijven, komt onherroepelijk de roep naar fiscale rechtvaardigheid opnieuw op tafel. Alleen met een eerlijke bijdrage van de vermogenden en van de bedrijven kan de regering budgettair orde op zaken zetten. Een begin zou alvast zijn als minister Van Overtveldt ingaat op de Europese verplichting om 700 miljoen onrechtmatige belastingvermindering terug te vorderen van grote bedrijven.


07/01/2015: DuPont Mechelen ontslaat (opnieuw) 19 bedienden.

Op een bijzondere OR van 6/1/2016 werd kennis genomen van de verwachte reorganisatie bij DuPont. Voor Mechelen zouden 2 bedienden en 17 kaderleden moeten vertrekken. Deze medewerkers in specifieke functies zouden onmiddellijk moeten vertrekken.
Vakbonden en directie zullen nu bekijken wat nog mogelijk is in het kader van SWT. De afvloeiingen die nu op de plank liggen zijn het gevolg van foute beleidskeuzes de afgelopen jaren van de DuPont-top in de USA. 
De herstructurering komt dus voor de afgevaardigden en de meeste werknemers niet als een complete verrassing, maar de getroffen werknemers hadden waarschijnlijk toch een andere nieuwjaarswens van hun baas in gedachte!


4 en 5 januari 2016 zijn werkdagen in de bouw!

4 en 5 januari 2016 zijn werkdagen in de bouw door een verschuiving van 3 inhaalrustdagen in 2016!
De bouwsector heeft beslist de inhaalrustdagen van 4 januari, 5 januari en 22 december 2016 te verplaatsen!
De dagen werden als volgt verplaatst:

  • 4 januari 2016 werd verplaatst naar 2 november 2016
  • 5 januari 2016 werd vervangen door 3 november 2016
  • 22 december 2016 werd vervangen door 4 november 2016

4 en 5 januari 2016 en 22 december 2016 worden dus als werkdagen beschouwd! (behalve in geval van tijdelijke werkloosheid).
De werkgevers zijn op de hoogte van deze wijziging. Als deze wijziging nog niet werd meegedeeld door jullie onderneming, raden wij aan de onderneming hierover te contacteren om na te gaan of de wijziging van inhaalrustdag wel zal worden toegepast.

Sectoraal akkoord bouw 2015-2016 ondertekend
Op het paritair comité voor het bouwbedrijf van 19 november hebben de vakbonden en de werkgevers van de bouwsector een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst getekend voor 2015-2016.

Voor de 154.000 werknemers van de sector voorziet dit akkoord in een loonsverhoging van 0,5% bruto vanaf 1 januari 2016. Daarnaast zullen de werknemers ook €100 ontvangen in de vorm van voornamelijk eco-cheques.

Een ander belangrijk punt zijn de sociale verkiezingen. Zoals in het verleden, zullen er geen sociale verkiezingen georganiseerd worden in de bouwsector, maar wordt het statuut van de vakbondsafvaardiging verbeterd. In ondernemingen met meer dan 50 werknemers wordt het aantal vakbondsmandaten verhoogd, alsook het aantal kredieturen dat wordt toegekend in het kader van de uitoefening van het syndicaal mandaat. De informatie- en controlebevoegdheden van de vakbondsafvaardiging zijn eveneens uitgebreid, om op deze manier beter te kunnen strijden tegen de misbruiken op het vlak van tijdelijke werkloosheid of sociale fraude. Het akkoord voorziet ook in de mogelijkheid om plaatsvervangende afgevaardigden aan te duiden.

Een ander luik van dit akkoord betreft het concept ‘werkbaar werk’. Door de verlenging van de loopbanen wil de sector maatregelen invoeren, die het voor de werknemers mogelijk moeten maken om langer te werken. Er zal onderhandeld worden over een check-up systeem om de capaciteiten van elke werknemer te evalueren. Indien nodig, zullen er alternatieven uitgewerkt worden zoals deeltijds werk. Wat de eindeloopbanen betreft, heeft de sector overigens beslist om de mogelijkheid tot arbeidsduurvermindering vanaf 55 jaar te handhaven, met behoud van de uitkering.

Tot slot is in het kader van dit akkoord ook besloten om een sectorale werkgroep op te richten. Deze werkgroep zal zich buigen over de mobiliteitskwestie voor werknemers die zich naar de werf moeten begeven. Dit onderwerp ligt steeds gevoeliger, gezien de stijging van het aantal files en de verplaatsingstijd in het land.
"Over het algemeen zijn we verheugd met de inhoud van dit akkoord. Voor een aantal belangrijke punten denken we alle onderhandelingsmogelijkheden te hebben benut. We hebben ook kunnen voorkomen dat er nieuwe maatregelen zouden komen in het kader van de flexibiliteit op het werk. Als vakbond hebben we ook het belang van het federaal actieplan sociale fraude onderstreept: de 40 maatregelen moeten integraal uitgevoerd worden. Dit is essentieel voor onze sector" aldus Fabrice Meeuw, onderhandelaar van ACVBIE voor de bouwsector.

Meer informatie over de inhoud van deze nieuwe cao zal binnenkort beschikbaar zijn via de nieuwe kroniek bouw.
Nieuwe feestdagreglementering uitzendkrachten
Uitzendkrachten krijgen weekcontracten van het uitzendkantoor. Of steeds dagcontracten voor een volledige week of een deel ervan. Een gangbare praktijk was dat wanneer een feestdag in de week valt, er plots geen contract voor die dag werd afgesloten. Onder sociale partners was de afspraak dat feestdagen in die gevallen toch door het uitzendkantoor betaald moest worden, maar in de praktijk liep het geregeld anders. Daar komt nu verandering in. Op aandringen van ACV en na positief advies van het paritair comité voor uitzendarbeid, zijn uitzendkantoren nu verplicht feestdagen te betalen wanneer de feestdag valt tussen twee dagen waarop de uitzendkracht onder contract is via hetzelfde uitzendkantoor bij dezelfde onderneming. Het KB dat dit regelt werd afgelopen woensdag ook gepubliceerd.

Twee voorbeelden

  • Werk je als uitzendkracht bijvoorbeeld op dinsdag 10 november en donderdag 12 november 2015 als uitzendkracht via hetzelfde uitzendkantoor bij dezelfde onderneming, dan heb je recht op de betaling van de feestdag van 11 november door het uitzendkantoor.
  • 1 november valt dit jaar op een zondag. Dan kijk je als uitzendkracht naar de dag waarop 1 november wordt vervangen binnen de onderneming waarin hij of zij is tewerkgesteld. Voor dergelijke vervangingsdagen geldt dan dezelfde regel: ben je de dag ervoor en erna onder contract, dan heb je recht op de uitbetaling ervan. 

Daarnaast blijft de regel bestaan dat uitzendkrachten sowieso recht hebben op 1 feestdag in de periode van 14 dagen na uitdiensttreding als ze ten minste 15 dagen gewerkt hebben. En recht op alle feestdagen in de periode van 30 dagen na uitdiensttreding als je ten minste 1 maand anciënniteit had. 
De tax-shift van regering Michel I werd tax-miss(er)
Met een shift binnen de portemonnee van de gewone mensen ontziet Michel I voor de zoveelste maal de portefeuilles van vermogenden.
De werkende burgers met een bescheiden loon gaan mogelijks later wat meer netto ontvangen. Dat neemt de regering echter dubbel en dik vandaag al terug met hogere BTW op elektriciteit en hogere accijnzen. Wie werkloos is, ziek is of op pensioen krijgt daarenboven enkel hogere facturen. Die krijgt immers niets terug via lagere belastingen. De koopkracht van deze groep gaat er dus zwaar op achteruit. Daar komt naar verluidt ook nog een opgeschroefde degressiviteit voor werklozen bovenop.
Bovendien worden ook nog verdere besparingen in overheidsdiensten en sociale zekerheid aangekondigd. Ook dit is voornamelijk ten nadele van gewone mensen.
Grote winnaars van deze tax-miss(er) zijn de werkgevers en vermogenden. Werkgevers krijgen nog maar eens lastenverlaging geserveerd, zonder enige voorwaarde van jobcreatie. Vermogenden ontsnappen opnieuw aan een proportionele en solidaire bijdrage. Geen taks op meerwaarden, geen bijdrage van grote vermogens of van winst uit grote vermogens. Geen rechtvaardige belasting op verhuurders van meerdere woningen. En ook de indexsprong op huur is plotseling verdwenen. Huurders betalen dus ondanks de indexsprong op hun loon of uitkering toch duurdere huurprijzen.
Deze coalitie mist een grote kans inzake rechtvaardige fiscaliteit. Deze liberale tax-shift is een grote sociale tax-miss(er).

Te warm om te werken
Mag je thuisblijven van je werk als een hittegolf het land overspoelt? Nee, maar je werkgever moet wel voorzorgen nemen.
De afspraken over wat de werkgever moet doen bij warm weer staan vermeld in het koninklijk besluit van 4 juni 2012 betreffende de thermische omgevingsfactoren. De belangrijkste boodschap is dat werkgevers zich moeten voorbereiden op warmte en niet mogen wachten tot de eerste hittegolf het land overspoelt.
De werkgever moet op basis van een risicoanalyse maatregelen nemen om een overschrijding van zogenaamde wettelijke actiewaarden te vermijden. Lukt dat niet, dan moet er in ieder geval een programma van technische en organisatorische maatregelen klaarliggen dat onmiddellijk toegepast kan worden. Bij de totstandkoming hiervan speelt het Comité PB een belangrijke adviserende rol. Bovendien moet hij sowieso zorgen voor een comfortabele werkplek, zelfs al worden de actiewaarden niet overschreden.
Wanneer is het nu te warm om te werken?
De actiewaarden voor blootstelling aan warmte worden bepaald via de WBGT-index en houden rekening met de fysieke werkbelasting. WBGT is geen 'gewone' temperatuur, maar een waarde die rekening houdt met alle factoren van een warmtebelasting: luchttemperatuur, vochtigheid, stralingswarmte... Deze waarde die gemeten wordt met een vochtige globethermometer is bijna altijd lager dan de temperatuur gemeten met een gewone thermometer. Het gaat om de temperatuur van de werkomgeving.



Maatregelen van de werkgever?
Zodra deze index overschreden wordt moet de werkgever passende maatregelen nemen. Een paar voorbeelden:

  • installeren van kunstmatige verluchting of ventilatie of afzuiging van de warme lucht
  • Afwisselende werk en rusttijden
  • Aanbieden van gratis verfrissende dranken
  • Aanbieden van collectieve of persoonlijke beschermingsmiddelen (rolluiken, gordijnen, schaduwplekken, zonnebrandcrème, pet...)

Rechten en plichten van de schoolverlater
Pas afgestudeerd of gestopt met studeren? Of studeer je bijna af? Als schoolverlater heb je heel wat beslissingen te nemen. Het is misschien niet je eerste zorg, maar in regel zijn met je ziekteverzekering, kinderbijslag en werkloosheid zijn stappen die je niet mag overslaan. Alle info vanaf je inschrijving en controle als werkzoekende tot je droomjob vind je hier, maar je vindt vooral praktische tips om te solliciteren en aandachtspunten tijdens je eerste job. Door je registratie als schoolverlater bij het kosteloos ACV-ENTER-lidmaatschap lid geniet je van meer info en materiaal.


Haal al je info hier:


Gratis Enter lidmaatschap
Het ACV heeft speciaal voor jongeren Enter uitgewerkt. Enter is het ACV-lidmaatschap voor jongeren, studenten en schoolverlaters in beroepsinschakelingstijd, vanaf 15 jaar tot 25 jaar. En dit volledig gratis.

Door gratis lid te worden van Enter krijg je de nodige informatie om niet ongewapend je eerste centen te gaan verdienen.
En kan je beroep doen op de diensten van het ACV. Het ACV kan je helpen om de vragen waarmee je als (job)student of schoolverlater worstelt op te lossen.
Ook later, als je vast werk hebt gevonden zal je geen spijt hebben van de stap die je nu gezet hebt. 


Begroting en tax shift hangen samen
Gisteren verklaarde premier Michel in de Kamer dat de regering eerst werk wil maken van de begrotingscontrole. Om dan nadien in alle rust eens na te praten over een tax shift. Dit is een te doorzichtig manoeuvre. Sommige regeringspartijen willen het begrotingsgat  vullen met alleen maar een bijkomende vracht besparingen, met dan ongetwijfeld weer een bijzonder voorliefde voor besparingen  in de sociale zekerheid van de werknemers. Terwijl op die sociale zekerheid al zeer zwaar bespaard werd. Te zwaar.
De uitsluiting uit de werkloosheid van jonge werkzoekenden, de degressiviteit van werkloosheidsuitkeringen, het terugdraaien van tijdkrediet en landingsbanen, de  aangekondigde halvering van de inkomensgarantie voor onvrijwillig deeltijdse werknemers , de perikelen rond de mantelzorg door werklozen, de brute afschaffing van de anciënniteitstoeslag in de werkloosheid, de afschaffing van de pensioenbonus, de verdere inperking van het SWT en het vervroegd pensioen. En niet te vergeten: de indexsprong van 2% op de sociale uitkeringen. Het rijtje is lang.
Bijkomende besparingen zullen onherstelbare schade aanbrengen en de sociale zekerheid, een van de belangrijkste gelijkmakers in ons land, op losse schroeven zetten. En dat op moment dat die sociale zekerheid voor veel mensen de enige manier is om het hoofd boven water te houden. Ondanks de belofte van de regering om de armoede te bestrijden, blijft de federale regering zo de armoede organiseren. 
Het gat in de sociale zekerheid heeft voor een groot deel te maken met inkomsten die zwaar achterop blijven door loonmatiging, terugval van consumptie en de zwakke groei van de werkgelegenheid. En met de vaststelling dat aan inkomens uit vermogen nauwelijks of geen inspanningen word gevraagd. Deze vlieger kan niet langer opgaan. Daarom moet het begrotingsdebat gaan over een grondige tax shift. Anders dreigen de gepensioneerden, werklozen en zieken opnieuw de rekening te betalen. Anders dreigen de collectieve voorzieningen verder ontwricht te worden. Anders dreigt dit beleid van omgekeerde herverdeling door te gaan, waarbij de solidariteit verschrompelt en de vermogenden stelselmatig worden ontzien.  
Het ACV zal niet aanvaarden dat de sociale zekerheid opnieuw het kind van de rekening wordt. De tax shift moet er snel komen. 
Passend job-aanbod: kans op werk 55plussers zeer klein
De getuigenissen in de media over werkzoekende 55plussers en hun kruistocht bij het zoeken naar werk zijn overduidelijk. Het gepaste job-aanbod waarover VDAB-topman Fons Leroy spreekt, is niet te vinden. Noch in de databestanden van de VDAB, noch op de arbeidsmarkt. Hoe ouder de werkzoekende, hoe kleiner de kans op werk. Dat spreekt uit onderstaande cijfers:

Kans op werk (%)


(Bron: VDAB - Bewerking Departement WSE/Steunpunt WSE)


De huidige generatie oudere werknemers die uitstromen en gevat worden in herstructureringsprocessen is bovendien zeer divers samengesteld.  Heel wat onder hen zijn nog  zeer vroeg gestart op de arbeidsmarkt en hebben een lange loopbaan achter de rug. Voor velen onder hen was het een zware loopbaan. Werkbaar werk was toen -net zoals nu nog - een onbekend begrip. Deze generatie verplichten, na eventueel ontslag, tot hun 65 een nieuwe ’aangepaste’ job te zoeken miskent deze realiteit. Aan die andere gepaste job is bovendien vaak een ander inkomen, mobiliteitspatroon en werkpatroon verbonden. Dat is geen wervend perspectief na al een moeizame ontslagperiode. 
Er moet eerst en vooral geïnvesteerd om van het langer werken een werkbaar en wervend perspectief te maken voor de aankomende generaties 50+. En dat gebeurt niet door voor hen werkbaar werk uit te vinden voor de laatste 15 jaar van hun loopbaan. Maar door werkbaar werk aan te bieden vanaf de eerste dag van hun loopbaan. En te zorgen dat de job passend en uitdagend blijft gedurende hun ganse loopbaan en voortdurend aangepast wordt aan de individuele noden. 
Het Vlaams ACV dringt er dan ook op aan dat het akkoord van de Groep van 10 onverkort en ongewijzigd uitgevoerd wordt door de regering. Want dit akkoord sluit nauw aan bij de realiteit op de arbeidsmarkt. Tegelijk moet er werk gemaakt worden van voldoende en werkbare banen. Daar liggen de echte uitdagingen, niet bij het pesten van oudere werknemers op SWT. 
Werkhervatting na lange afwezigheid?
Werkhervatting na langdurige afwezigheid. Het is meestal niet gemakkelijk. Help arbeidsongeschikten terug in het zadel. Lees op www.teruginhetzadel.be wat je als vakbondsafgevaardigde voor langdurig arbeidsongeschikte leden kan doen en welke re-integratiemaatregelen allemaal bestaan.

Het ACV is al jaren groot pleitbezorger van een rechtvaardige fiscaliteit. Een eerlijke fiscaliteit, die de mensen die meer bezitten, die een groter inkomen hebben, meer doet betalen. Want de rijkste gezinnen bezitten meer dan 60% van het vermogen in België.  Maar ze dragen niet overeenkomstig bij aan de belastingen. 
Het huidige belastingsysteem is niet rechtvaardig. Arbeid wordt erg zwaar belast. Financieel inkomen zoals dividenden, meerwaarden en renten worden nauwelijks of niet belast. De inkomsten uit arbeid vormen meer dan 50% van de belastinginkomsten. Vermogens nog geen 10%.  
Dat willen we veranderen. Want het ACV wil dat de sterkste schouders de zwaarste lasten gaan dragen. 

Hoe? 
De belastbare basis 
De vermogensbelasting is een bijkomende belasting op grote vermogens. Het is een belasting op onroerend goed en roerend bezit, op welke manier men het ook verkrijgt. Dat kan een onvrijwillige (zoals een erfenis) of vrijwillige gebeurtenis (zoals een schenking) zijn. Zodra die vermogens samen de grens van de grote vermogens overschrijden moet er volgens het ACV vermogensbelasting worden betaald. 
Het ACV pleit al jaren voor een vermogensbelasting. Nu de overheid, als gevolg van de crisis, op zoek moet naar inkomsten wordt het hoog tijd om er werk van te maken.

Een progressieve belasting op grote vermogens 
Een progressieve vermogensbelasting belast naar draagkracht. Het gevolg van zo’n belasting is dat de meer vermogenden relatief meer gaan bijdragen aan de belasting dan degene die  een kleiner vermogen hebben. De grote vermogens moeten daarom proportioneel meer bijdragen. 

Concreet
De vermogensbelasting die het ACV voorstelt is progressief. Dit betekent:
  • dat iemand met een kapitaal van 1.000.500 euro, 5 euro meer belastingen zal betalen.
  • dat iemand met een kapitaal van 1.550.000 euro, 5.625 euro meer belastingen zal betalen
  • dat iemand met een kapitaal van 3.000.000 euro, 26.250 euro meer belastingen zal betalen.

Met een vrijstelling 
Deze vermogensbelasting slaat dus enkel op vermogens hoger dan 1.000.000 euro.  
Iedereen moet naar draagkracht belastingen betalen. De rijksten het meest. Om met die draagkracht rekening te houden zijn de eerste 1.000.000 euro onbelast. Pas als iemand meer dan 1.000.000 euro bezit, wordt hij/zij belast op het surplus. In ons voorstel is het woonhuis inbegrepen.

Zijn alle voorwaarden vervuld? 
Veel bezwaren die vroeger bestonden, zijn ondertussen van tafel geveegd. Het is dus mogelijk!
Om dit in te voeren, moet de overheid wel:
  •  Verder komaf maken met het bankgeheim. Er is nog altijd géén volledige transparantie van vermogens. Er bestaan immers heel wat regeltjes voordat de fiscus kan weten wat iemand op een bankrekening heeft staan.  
  • Een kadaster van alle roerende en onroerende vermogens aanleggen. 
Op die manier kent de fiscus het vermogen, en kan men een eerlijke belasting heffen. 
Wat brengt het op?
De potentiële opbrengst van een dergelijke belasting is hoog. Ze bedraagt ruw geschetst tussen de 6 en 7,5 miljard euro. Geld dat we nu goed kunnen gebruiken om onze welvaartsstaat overeind te houden. 
Voor het ACV redenen genoeg om de vermogensbelasting naar voor te schuiven.                                              

07/01/2015: Cassatie-uitspraak zaak Crown succes voor vakbonden 
ACV en ABVV boeken een belangrijk succes in de juridische strijd tegen het gebruik van eenzijdige verzoekschriften om collectieve acties te breken. In de zaak Crown oordeelt nu ook het Hof van Cassatie dat een eenzijdig verzoekschrift van de werkgever niet gegrond was. Met dit arrest, dat nu werd bekend gemaakt, brengt het Hof van Cassatie opnieuw een zware klap toe aan de praktijk om met eenzijdige verzoekschriften van werkgevers collectieve acties te breken. Het Europees Comité voor de Sociale rechten veroordeelde al eerder deze praktijken. Inmenging in collectieve acties door een eenzijdig verzoekschrift voldoet niet aan de voorwaarden die het Europees Sociaal Handvest oplegt aan mogelijke beperkingen op het recht op collectieve actie. 

De laatste jaren kon al worden vastgesteld dat de Belgisch rechtbanken, sinds de Europese reprimande, terughoudender zijn geworden om in te gaan op eenzijdige verzoekschriften van werkgevers. Hetgeen op zijn beurt ook heeft geleid tot meer terughoudendheid van werkgeverskant om dit instrument te gebruiken, zoals we ook mochten ervaren bij de recente vakbondsacties. Dit arrest is de kroon op het gezamenlijke werk van de vakbonden om paal en perk te stellen aan een burgerlijke rechtspraak die eenzijdig voortgaat op de leugenachtige verklaringen van werkgeverskant over collectieve acties.

Crown: de chronologie

Na de aankondiging op 1 februari 2012 van verpakkingsfabrikant Crown om tot sluiting van zijn (winstgevende) vestiging in Deurne te willen overgaan, kregen de vakbonden het overleg maar moeilijk op gang. Nochtans verplicht de wet-Renault de werkgever de vakbonden te informeren en te consulteren bij een voorgenomen sluiting. De situatie escaleert, waarbij Crown op 13 juni de fabriekspoorten met kettingen sluit. De werknemers gaan tot actie over, waarbij de kettingen worden doorgeknipt. De advocaat van Crown gaat naar de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg die echter op basis van het Europees Sociaal Handvest weigert om op eenzijdig verzoekschrift in te grijpen in een collectieve actie. De voorzitter van de rechtbank volgt in zijn grondige uitspraak duidelijk de door het Europees Comité voor de Sociale Rechten uitgezette lijnen. Nadat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg het verzoekschrift van de werkgever had afgewezen, trekt de werkgever met hetzelfde eenzijdig verzoekschrift naar de voorzitter van het hof van beroep. Deze gaat wel in op de vraag van de werkgever en verbiedt de collectieve actie.
ACV en ABVV tekenen hiertegen derdenverzet aan. Meester Jan Buelens, de advocaat die voor de vakbonden optreedt, wijst het hof van beroep onder andere op de belemmering door de werkgever van het sociaal overleg en de ongegrondheid van een aantal beweringen van de werkgever. De vakbonden voerden ook aan dat de werkgever met het buitensluiten van de werknemers elke vorm van collectieve actie onmogelijk wou maken. Ook wist de werkgever perfect wie de actievoerders waren en kon dus een tegensprekelijke procedure voeren. Het hof van beroep volgt onze redenering en vernietigde met zijn uitspraak van 29 juni de beschikking van zijn voorzitter. Volgens deze uitspraak had de vordering op eenzijdig verzoekschrift bovendien enkel het breken van de collectieve actie van de werknemers tot doel, waardoor er geen rechtmatig belang was. Het inwilligen van het eenzijdig verzoekschrift was bijgevolg duidelijk in strijd met het Europees Sociaal Handvest.
Tegen deze de uitspraak van het hof van beroep diende Crown cassatieberoep in. Het arrest van het Hof van Cassatie over dit beroep, dat nu werd bekend gemaakt, sterkt de vakbonden. 
Mini-compromis over SWT en landingsbanen
De sociale partners hebben gisterenavond een mini-compromis bereikt rond enkele losse eindjes van de eenmaking van het statuut arbeiders-bedienden. Die betreffen voornamelijk compensaties voor werkgevers. De sociale partners raakten het daarbij ook eens over een aantal bijkomende bijsturingen van de overgangsmaatregelen inzake SWT en landingsbanen voor zware beroepen en bedrijven in moeilijkheden. 
Dit unaniem en ondeelbaar compromis is niet de grote doorbraak in het sociaal overleg. Over de losse eindjes van de eenmaking van het statuut waren al maanden gesprekken lopende. Deze bijsturingen van de overgangsmaatregelen inzake eindeloopbaan veranderen ook niets fundamenteel aan de afbouw die door de regering wordt opgelegd. Bovendien is het nog uitkijken naar de reactie van de regering.
En vooral, het is nog steeds wachten op een signaal van de regering om het zware onevenwicht in het regeerakkoord bij te sturen. En dat signaal moet er absoluut komen. Begin januari maken de vakbonden een evaluatie van de openingen die de regering al dan niet gemaakt heeft om echt overleg mogelijk te maken over eerlijke en rechtvaardige spreiding van de noodzakelijke inspanningen.
Overzicht van de bijsturingen, onder voorbehoud van goedkeuring door de regering:
Brugpensioen/SWT
  • Sluiten en neerleggen cao’s 60 jaar: 30 juni 2015
  • Zware beroepen, nachtarbeid, bouw, lange loopbaan 58j/40j: 
    Kader-cao 2015 - 2016: 58 jaar, sectoren kunnen al dan niet toetreden
    Huidige rechtsbasis blijft gelden (bouw en nachtarbeid vereisen ook sectorale cao)
    Kan om de twee jaar worden verlengd of aangepast via nieuwe kader-cao
    Indien geen kader-cao of sector treedt niet toe, valt men terug op regeling bepaald door regering (60 jaar)
  • Herstructureringen/moeilijkheden:
    Kader-cao 2015 - 2016: 55 jaar, bedrijven kunnen al dan niet toetreden
    Kan om de twee jaar worden verlengd of aangepast via nieuwe kader-cao (tijdspad, verhoging leeftijd)
    Indien geen kader-cao of bedrijf treedt niet toe, valt men terug op regeling (verhoging leeftijd) bepaald door regering

Landingsbanen

  • Zware beroepen, nachtarbeid, bouw, lange loopbaan 58j/40j:
    Kader-cao 2015 - 2016: 55 jaar, sectoren kunnen al dan niet toetreden
    Kan om de twee jaar worden verlengd of aangepast via nieuwe kader-cao (tijdspad, verhoging leeftijd)
    Indien geen kader-cao of sector treedt niet toe, valt men terug op regeling (verhoging leeftijd) bepaald door regering
  • Herstructureringen/moeilijkheden:
    Kader-cao 2015 - 2016: 55 jaar, bedrijven kunnen al dan niet toetreden
    Kan om de twee jaar worden verlengd of aangepast via nieuwe kader-cao (tijdspad, verhoging leeftijd)
    Indien geen kader-cao of bedrijf treedt niet toe, valt men terug op regeling (verhoging leeftijd) bepaald door regering

Reactie op uitstel optrekking SWT-leeftijd

ACV en ACV Bouw, Industrie en Energie vernemen uit de media dat de regering overweegt om optrekking van de SWT-leeftijd met 2 maanden uit te stellen, in het belang van de rechtszekerheid voor werknemers en werkgevers. Dit is de logica zelve. Wetten en KB's, die er nog lang niet zijn, mogen niet terugwerken in de tijd. Er is geen enkele juridische basis om in te grijpen op ontslagen die door werkgevers zijn doorgevoerd binnen een andere geldende regelgeving.
  • Wetten en KBs, die er nog lang niet zijn, mogen niet terugwerken in de tijd. Er is geen enkele juridische basis om in te grijpen op ontslagen die door werkgevers zijn doorgevoerd binnen een andere geldende regelgeving.
  • Om paniekvoetbal te vermijden in heel wat bedrijven omwille van de deadline van 22 oktober, vandaag dus.
Maar ACV en ACV BIE wijzen er op dat:
  • Dat de regering hiermee toegeeft dat verschillende van haar maatregelen rechtsonzekerheid creëren door de brutale inbreuk in afgesloten cao's. 
  • Er  vandaag geen garantie is dat dit uitstel er effectief komt. Hetgeen de chaos rond de deadline van 22 oktober nog vergroot. Dit kan alleen maar leiden tot zeer onoordeelkundige beslissingen. 
  • De media gaan er overhaast vanuit dat ook het bijzonder stelsel voor bouwvakkers met verminderde arbeidsgeschiktheid zal onderworpen aan de leeftijdsgrens van 60 jaar. Dit lezen we nochtans niet in het regeerakkoord, noch in de begrotingsmaatregelen. De regering moet daarom omwille van de chaos in de bouwsector ten spoedigste bevestigen dat het niet de bedoeling is te raken aan SWT in de bouw. Dit om overhaaste opzeggingen te vermijden. ACV en ACV BIE eisen dat dit SWT-stelsel in overleg tussen de interprofessionele en sectorale sociale partners na 2014 overeind blijft.
En wat  met werknemers die voldoen aan de voorwaarden voor SWT maar die denken de job nog aan te kunnen en  die best nog langer willen werken? Voor deze werknemers kwam er op voorstel van het ACV twee jaar geleden een stelsel van vastklikken van rechten voor de algemene stelsels van SWT (cao 107). Om onbegrijpelijke redenen hebben de werkgevers zich toen verzet tegen de uitbreiding hiervan naar de bijzondere stelsels op 56 en 58 jaar. ACV en ACV BIE willen dat de regering dit kliksysteem bevestigt voor de algemene stelsels én uitbreidt naar de bijzondere stelsels SWT.  

eC3: veilig, makkelijk en snel

Volledig werklozen kunnen op elektronische wijze via socialsecurity.be hun controlekaart invullen en naar het ACV versturen. De blauwe papieren controlekaart voor werknemers in volledige werkloosheid kan vervangen worden door een registratie op het internet.
Ben jij ACV-lid en volledig werkloos? Vervang je papieren controlekaart door een elektronische. Online stempelen betekent minder verplaatsingen. Bovendien gebeurt de betaling veiliger én sneller. Daarom delen we via de dienstencentra gratis kaartlezers voor eID uit. Probeer het!

Om online te kunnen stempelen met de computer, heb je een kaartlezer nodig én je identiteitskaart (waarvan je de PIN-code kent). Die PIN-code heb je moeten opgeven bij ontvangst van je identiteitskaart op de dienst bevolking van je gemeente.
De kaartlezer is nodig om de eID van je identiteitskaart te lezen. Sommige computers zijn uitgerust met een ingebouwde kaartlezer. Kaartlezers zijn verkrijgbaar in computerwinkels en in sommige grootwarenhuizen.

  • Download de ACV-folder voor meer info (pdf-bestand)


* Online stempelen biedt alleen maar voordelen: gemakkelijk, geen verplaatsingen meer naar een dienstencentrum én een snellere uitbetaling van je uitkering.


Extra korting bij Wonderreizen

Als lid van ACVBIE geniet je voortaan ook van
7 % extra korting bij 7 touroperetors van Wonderreizen Travel Agency.
De touroperators zijn:

  •    Jetair

  •    Vip Selection

  •    Thomas Cook & Pegase

  •    Thomas Cook Kampeervakanties

  •    Rantours

  •    Pam Vermeulen

  •    CroisiEurope Cruises

  •    Wings and Wheels.


De nieuwe reisbrochures
winter 2014 – 2015 zijn in aantocht.
Geniet van jouw exclusieve korting en boek jouw vakantie bij Wonderreizen.

Wonderreizen
Van Aelbrouckstraat 8
B-9620 Zottegem
Belgium
Tel 32 9 360 34 34
Fax 32 9 360 30 90
www.wonderreizen.be

Electronische stempelkaart

Volledig werklozen kunnen vanaf half september op elektronische wijze hun controlekaart invullen, consulteren, wijzigen en versturen.
Aan nieuwe werklozen stelt de dienstverlener onmiddellijk de elektronische werkwijze voor. Ook werklozen die al in het systeem zitten, kunnen overschakelen naar de eC3. Het grote voordeel voor de werkloze is dat hij of zij zich niet meer moet verplaatsen naar het dienstencentrum.
Om de eC3 in te vullen, maakt de werkloze gebruik van zijn elektronische identiteitskaart, eID. Hij moet dus beschikken over een computer en een kaartlezer voor de eID (tenzij de computer met een ingebouwde kaartlezer is uitgerust). Op de computer moet ook software geïnstalleerd zijn om de eID te kunnen gebruiken.
Voor de computer zorgt het ACV niet, maar snelle beslissers krijgen wel een kaartlezer van ons. (levering voorzien 3e week september) De bedoeling is niet dat je iedereen zomaar een kaartlezer geeft, enkel als mensen aangeven dat ze echt in het systeem willen instappen. Je moet ook even tonen hoe zo’n kaartlezer werkt. Het pilootproject heeft uitgewezen dat mensen gewoon niet weten wat ‘dat ding’ is als je er geen uitleg bij geeft. Het ziet er een beetje als een memorystick uit.
De software om de eID te kunnen gebruiken, kan gratis gedownload worden via
www.eid.belgium.be.

Procedure voor de werzoekende:
Surf naar
www.socialsecurity.be
Klik op ‘BURGER’
Kies voor ‘registreren’
Stop je eID in de kaartlezer en breng je PIN-code in

Je hebt toegang
Er wordt ook een folder aangemaakt die je aan geïnteresseerden kan meegeven.

Help ik zit vast!
Werklozen kunnen terecht:
•        op het Contactcenter van de Sociale Zekerheid. Vragen stellen kan op
www.socialsecurity.be of via 02 545 50 70.
•        Voor wettelijke en technische informatie over de eID op
www.eid.belgium.be

Procter & Gamble wil af van meer dan de helft van zijn merken

Bron: artikel Nieuwsblad

De Amerikaanse fabrikant van consumentenproducten Procter & Gamble (P&G) gaat grote kuis houden in zijn merkenportefeuille. Voor meer dan de helft van de merken zal een oplossing worden gezocht, zo heeft P&G-topman A.G. Lafley vrijdag aangekondigd.
Het bedrijf wil zich concentreren op ‘70 tot 80 merken’, en zal daarom ‘de 90 à 100 overige merken in een partnerschap plaatsen, verkopen of stopzetten’, zei topman Lafley tijdens een teleconferentie met analisten.
De topman preciseerde niet welke producten op de schop zitten, maar verzekerde dat hij de geliefkoosde merken van de consumenten zal behouden. Die merken vertegenwoordigden volgens het bedrijf 90 procent van de omzet en 95 procent van de winst de voorbije drie jaar.
P&G heeft een heel uitgebreide en diverse productenportefeuille. Die omvat onder meer wasmiddelen als Bonux, Ariel, Dash en Lenor, de schoonmaakproducten Mr. Proper en Swiffer, Duracell-batterijen, Pantène- en Head & Schoulders-shampoo, Tempo-zakdoekjes, Pampers-luiers, Gillette- en Venus-scheerproducten, producten voor vrouwelijke hygiëne als Tampax en Always, maar bijvoorbeeld ook de Vicks-productlijn tegen hoesten.
Lafley hoopt met de ingrijpende productherschikking te komen tot ‘een bedrijf dat sneller groeit en meer rendabel is, en eenvoudiger om te leiden’. P&G voerde de voorbije jaren al een kostenbesparingsprogramma door. Dat leidde weliswaar tot een verbetering van de rendabiliteit, maar kon niet de verkoop opkrikken.
Dat blijkt ook uit de jaarcijfers die het bedrijf vrijdag voorstelde. De nettowinst steeg over het hele boekjaar met 3 procent tot 11,6 miljard dollar, en zelfs met 38 procent in het vierde kwartaal (april-juni). De omzet daarentegen groeide slechts met 1 procent over het hele jaar, tot 83,1 miljard dollar. In het slotkwartaal was er zelfs een daling met 1 procent.
Procter & Gamble is volgens de website ook actief in België, met productievestigingen in Aarschot (Duracell) en Mechelen (Dreft), en een onderzoeks- en ontwikkelingscentrum in Strombeek-Bever.

Het ACV gaat alvast an de directie in Mechelen opheldering vragen en wat eventueel de impact is voor de site te Mechelen!


Vakbonden hebben geen oren naar herinvoering 40-urenweek in bouw

Bron: artikel Nieuwsblad

De vakbonden uit de bouwsector zijn niet te vinden voor het voorstel van de werkgeversfederatie Confederatie Bouw om opnieuw een 40-urige werkweek in te voeren in de sector. ‘Onbespreekbaar’, klinkt het vrijdagnamiddag unisono bij ACV en ABVV. De bonden wijzen erop dat bouwvakarbeiders nu al in de praktijk ‘minstens 40 uur per week’ werken.

‘Dit is geen nieuw voorstel. Bij elke cao-onderhandelingen krijgen we de vraag naar meer flexibiliteit per dag, per week, enzovoort’, zegt Rik Desmet, federaal secretaris van de Algemene Centrale van het ABVV. ‘Maar wij zullen niet ingaan op die vraag om van de bouw een seizoensgebonden sector te maken’, die in de zomer op volle kracht draait en in de winter zo goed als stilligt.

Ook Stefaan Vanthourenhout, de voorzitter van ACV bouw - industrie & energie, noemt het voorstel ‘onbespreekbaar’. Beide vakbondsmannen wijzen erop dat er al voldoende flexibiliteit is in de sector. Zo werken bouwvakarbeiders in de praktijk al 40 uur per week.

Dat wordt tot 38 uur ‘gecompenseerd’ via een reeks inhaalrustdagen die worden opgenomen in periodes dat er weinig kan worden gewerkt, zoals tussen Kerstmis en Nieuwjaar, klinkt het. Bovendien, vullen de bonden aan, kunnen werkgevers via een systeem van overuren hun personeel meer dan de helft van het jaar 45 uur per week laten werken, en ook zaterdagwerk is mogelijk.

‘Een veralgemeende 40-urige werkweek biedt geen enkel voordeel volgens de argumenten die de Confederatie Bouw aanhaalt’, vat Vanthourenhout samen. Het jobverlies waar ze naar verwijst, ‘heeft niets te maken met arbeidsduur, maar wel met sociale dumping’. En die moet aangepakt worden, door samen te werken aan gelijke loon- en arbeidsvoorwaarden voor iedereen die actief is in de Belgische bouwsector, besluit hij.

Procedure tegen discriminatie van bouwvakkers gestart

Klacht grondwettelijk hof discriminatie van bouwvakkers

Bouwvakker Robby De Ridder dient vandaag, gesteund door ACV BIE en het ACV en samen met de andere vakbonden een vordering in bij het Grondwettelijk Hof tegen de aanhoudende discriminatie van bouwvakkers bij ontslag. Bouwvakkers hebben een veel kortere opzegtermijn dan andere werknemers. Deze discriminatie zit bovendien voor onbepaalde duur ingebakken in de wet op het eenheidsstatuut. We vragen aan het Grondwettelijk Hof om deze structurele discriminatie te vernietigen. Ook de Raad van State liet zich in zijn advies van 6 november 2013 al bijzonder negatief uit over deze discriminatie.

Meer dan 100.000 bouwvakkers gediscrimineerd

Honderdduizend bouwvakkers die werken op werven, vallen niet onder het nieuwe eenheidsstatuut arbeiders – bedienden. Voor bouwvakkers gelden vanaf 1 januari 2014 nieuwe opzegtermijnen maar die liggen veel lager dan de opzegtermijnen voor andere werknemers. Deze uitzondering is bovendien onbeperkt in tijd. Dit is in strijd met de Grondwet aangezien dit bouwvakkers op werven discrimineert ten opzichte van andere werknemers. Deze laatsten kregen wel een nieuwe regeling volgens het eenheidsstatuut.

Deze uitzonderingsmaatregel voor bouwvakkers op werven leidt ook tot discriminatie en ongelijkheid op de werkvloer. Een bouwvakker en een elektricien die voor eenzelfde werkgever werken maar onder een ander paritair comité vallen, hebben met de nieuwe wetgeving totaal andere opzegtermijnen. Deze discriminatie is er al bij de start van een loopbaan maar wordt nog sterker naargelang de anciënniteit vordert. Zo heeft de bouwvakker met 20 jaar of meer dienst bij ontslag door de werkgever een opzegtermijn van 16 weken. Zijn collega-elektricien op de werf heeft na 20 jaar dienst 62 weken opzegtermijn en blijft ook verder opzegtermijn opbouwen op basis van zijn anciënniteit en dit zonder maximum. Dat krijg je niet uitgelegd.

Beperkte en redelijke overgangsregeling is bespreekbaar

Om de bouwsector de nodige ruimte te geven om zich aan te passen aan het eenheidsstatuut zijn de vakbonden bereid te praten over een beperkte en redelijke overgangsregeling, zoals dit ook voorzien is voor enkele andere sectoren en voor bouwvakkers die niet op werven werken. We aanvaarden echter niet dat werkgevers schermen met de moeilijke situatie in de bouwsector om een structurele discriminatie goed te praten. Orders lopen nog steeds goed binnen in de bouw, maar de bijhorende jobs worden vaak ingepikt worden door bouwvakkers uit andere landen. Via mechanismen van sociale dumping werken zij, vaak in (onder)aanneming van Belgische bedrijven, ver onder marktconforme prijzen.

Compensatiemaatregelen moeten voor alle arbeiders gelden



Arbeiders die al voor 1 januari 2014 in dienst waren bij hun werkgever, hebben, in geval van ontslag, recht op een vergoeding die de nadelige behandeling van het verleden compenseert. Arbeiders in een sector met een structurele uitzondering of met een overgangsregeling worden echter uitgesloten van deze ontslagcompensatievergoeding. Het gaat hierbij niet enkel om de bouwsector, maar ook over andere sectoren zoals stoffering en houtbewerking (meubelsector), kleding en confectie en diamant. Deze arbeiders worden door de overheid niet gecompenseerd voor de achterstand die ze qua opzeg opliepen met de bedienden. Wij vragen ook dat deze uitsluiting vernietigd wordt door het Grondwettelijk Hof.

ACV BIE Mechelen
Onder Den Toren 4 A
B2800 - Mechelen
015/71 85 30      


Terug naar de inhoud