Outplacement
Wetgeving
Wat is outplacement?
Outplacement is begeleiding naar nieuw werk door een gespecialiseerde dienstverlener. Je kan na je ontslag dus begeleiding volgen.
In sommige omstandigheden is het verplicht. Dat is bijvoorbeeld het geval na collectief ontslag.
Hoe zit het met outplacement na collectief ontslag?
Verplicht
Na collectief ontslag ben je verplicht je in te schrijven in een speciaal opgerichte tewerkstellingscel om er een outplacementbegeleiding te volgen.
De reglementering beschrijft bijvoorbeeld uitvoerig de procedure die je werkgever moet volgen om je te informeren over je rechten en plichten of de manier waarop je je kan inschrijven in de tewerkstellingscel.
De reglementering bepaalt ook wat er gebeurt als je werkgever zijn verplichting niet nakomt. Ze voorziet ook in enkele afwijkingen van deze verplichting of de mogelijkheid voor verschillende werkgevers om aan eenzelfde cel deel te nemen.
Inschrijven in de tewerkstellingscel
Als je ontslagen bent, ben je verplicht om je in de tewerkstellingscel in te schrijven en deel te nemen aan de activiteiten. De duur van dit outplacementaanbod is:
- voor 45-plussers minimaal 60 uur in 6 maanden
- voor 45-minners minimaal 30 uur in 3 maanden
Weiger je mee te werken, dan wordt dit aan de RVA gemeld. Je kan een sanctie krijgen voor werkweigering. Die verplichting geldt ook voor werknemers die op SWT gingen vóór de normale brugpensioenleeftijd.
Inschakelingsvergoeding
Als je je in de tewerkstellingscel inschrijft en minstens 1 jaar anciënniteit hebt, heb je recht op een inschakelingsvergoeding ten laste van je werkgever:
- gedurende 3 maanden, als je jonger bent dan 45 jaar
- gedurende 6 maanden, als je minstens 45 jaar oud bent
Die inschakelingsvergoeding vervangt, geheel of gedeeltelijk, de verbrekingsvergoeding waarop je aanspraak zou kunnen maken. Ze wordt berekend als een dergelijke vergoeding en wordt per maand betaald volgens de voorwaarden en bepalingen die zijn vastgelegd voor bedrijven in moeilijkheden.
Ik heb een opzeggingstermijn van minstens 30 weken. Hoe zit het met outplacement?
Dan zijn er 2 opties:
Ontslag met een te presteren opzegtermijn
Je hebt recht op outplacement als je ontslagen bent en je een opzegtermijn hebt van minstens 30 weken of een overeenstemmende vergoeding ontvangt. Deze regeling geldt niet als je ontslagen werd om dringende reden.
- Het outplacementtraject bedraagt 60 uur.
- Als je wordt ontslagen met een te presteren opzegtermijn, dan worden de 60 uren aangerekend als sollicitatieverlof.
- De outplacementbegeleiding moet worden aangeboden binnen de 4 weken na de start van de opzegtermijn. Is dit niet gebeurd, dan moet je outplacement aanvragen binnen de 8 weken die volgen op het ontslag; of binnen de 4 weken na de termijn van 4 weken van de werkgever.
Ontslag met een verbrekingsvergoeding
Als je wordt ontslagen en een ontslagvergoeding krijgt, worden de kosten van de outplacementbegeleiding afgetrokken van de ontslagvergoeding ter waarde van 4 weken. De outplacementbegeleiding moet worden aangeboden binnen de 2 weken na de beëindiging van de overeenkomst. Is dit niet gebeurd, dan moet je je werkgever in gebreke stellen binnen de 4 weken die volgen.
Vind je een nieuwe baan tijdens de outplacementbegeleiding, verlies je die nieuwe baan en vraag je een nieuwe procedure na, dan gelden specifieke regels.
Ik ben ouder dan 45 jaar. Hoe zit het dan met mijn outplacement?
Werkgever moet outplacement aanbieden als:
- je minstens 45 jaar bent op het moment van je ontslag
- het niet gaat om een ontslag om dringende reden
- je ten minste 1 jaar anciënniteit hebt
- je nog geen recht op (vervroegd) pensioen hebt
Werkgever is niet verplicht outplacement aan te bieden:
- als je minder dan halftijds tewerkgesteld was
- werkloos bent na de periode van opzegging of ontslagvergoeding en je volgens de werkloosheidsreglementering niet beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt
Je kan dan wel zelf om outplacement verzoeken. Doe dit binnen de 2 maanden die volgen op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst:
Wie betaalt outplacement?
De kosten van het outplacement zijn voor je werkgever, maar sectorale cao’s kunnen bepalen dat sectorale fondsen de kosten voor hun rekening nemen.
Een werkgever die zijn verplichtingen rond outplacement niet naleeft, moet aan de RSZ een bijdrage van 1.500 euro per werknemer betalen, plus 300 euro administratiekosten. Die bijdrage financiert outplacement voor werknemers die van hun werkgever geen of geen rechtsgeldig aanbod krijgen.