SWT vanaf 62 jaarWord je ontslagen, dan kan je vanaf 62 jaar naast je werkloosheidsuitkering een aanvullende vergoeding krijgen. Deze 'bedrijfstoeslag' is ten laste van de werkgever. De regeling is vastgelegd in cao nr.17 van de Nationale Arbeidsraad (NAR).
Die cao bepaalt verder de loopbaanvoorwaarden. In 2023 moeten mannen 40 jaar beroepsverleden kunnen aantonen, en vrouwen 39 jaar. Voor vrouwen wordt het ook 40 jaar vanaf 2024.
Opgelet: men durft deze regeling al eens over het hoofd te zien en te beweren dat SWT er enkel is voor medewerkers die ontslagen zijn omwille van een herstructurering. Het ACV zou tegen deze regeling zondigen, klonk het begin maart 2023 in de pers. Dat klopt niet! SWT voor bedrijven in herstructurering is een aparte regeling (zie verder).
SWT op 58 jaar: 'medisch SWT'
Dit is een bijzondere regeling voor personen met een handicap of werknemers met ernstige lichamelijke problemen. Personen met een handicap of werknemers die met ernstige lichamelijke problemen kampen, kunnen van het SWT-systeem genieten vanaf 58 jaar. Ze moeten daarbij een beroepsverleden van 35 jaar kunnen aantonen.
Volgende werknemers komen in aanmerking:
Werknemers waarvan de handicap erkend is door de bevoegde overheid, waaronder de werknemers van de maatwerkbedrijven (beschutte of sociale werkplaatsen).
Werknemers met ernstige lichamelijke problemen die volledig of gedeeltelijk veroorzaakt zijn door hun beroepsactiviteit en die de verdere uitoefening van hun beroep onmogelijk maken. Het technisch comité van het Fedris controleert dit.
Werknemers die voor 1993 en gedurende minstens 2 jaar tijdens hun werkzaamheden aan asbest of vezelcement blootgesteld zijn.
SWT op 60 jaar
Dit is de bijzondere regeling voor werknemers met een 'lange loopbaan'.
Die houdt in dat je als werknemer met SWT kan gaan op 60 jaar op voorwaarde dat je 40 jaar beroepsverleden kan aantonen.
Werknemers met een 'zwaar beroep'
Werknemers met bepaalde 'zware beroepen' kunnen met SWT vanaf 60 jaar. Daarbij moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn:
Ofwel heb je een loopbaan van minstens 33 jaar, als arbeider in de bouw en door de arbeidsgeneesheer arbeidsongeschikt verklaard in de sector; of heb je minstens 20 jaar ploegenarbeid met nachtwerk verricht; of deed je in de 10/15 jaar voorafgaand het einde van het contract 5/7 jaar nachtwerk.
Ofwel heb je een loopbaan van minstens 35 jaar en werkte je in ploegen, in onderbroken diensten of nachtdienst voor 5 jaar in de laatste 10 jaar OF 7 jaar in de laatste 15 jaar voor het einde van de arbeidsovereenkomst.
Deze regelingen moeten vastgelegd worden in een sectorale cao.
Ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering
Voor ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering geldt dat ze SWT toekennen aan werknemers die 60 jaar of ouder zijn.
Deze regeling is enkel mogelijk indien de onderneming erkend is door de Minister van Werk als zijnde een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering én indien een ondernemings-cao voorziet in de mogelijkheid om in deze SWT-regeling te stappen.
Voorwaarde is ook dat de werknemer minstens 10 jaar loopbaan tijdens de laatste 15 jaar in dezelfde sector, of 20 jaar als loontrekkende heeft.
Moeten mensen op SWT beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt?
Werklozen met bedrijfstoeslag zijn in principe onderworpen aan een verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt tot de wettelijke pensioenleeftijd (vandaag 65 jaar). Deze aangepaste beschikbaarheid houdt onder meer in dat de werkloze met bedrijfstoeslag:
ingeschreven is/blijft als werkzoekende
passend werk of een passende opleiding moet aanvaarden
het werk niet mag verlaten zonder wettige reden
niet mag ontslagen worden wegens een foutieve houding
zich moet aanbieden bij de VDAB of Actiris of bij een werkgever, wanneer hij door de gewestinstelling is opgeroepen
moet meewerken aan een begeleidingsplan of inschakelingsparcours dat door de VDAB of Actiris werd aangeboden
Onder bepaalde voorwaarden mogen werklozen met bedrijfstoeslag een vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid aanvragen bij de RVA. Je kan vrijgesteld worden als:
je 43 jaar beroepsverleden kan aantonen
of als het om medisch SWT gaat
of als je 62 jaar oud bent of 42 jaar beroepsverleden kan aantonen én tewerkgesteld bent in sectoren die sectorale cao’s hebben afgesloten om die vrijstelling mogelijk te maken.
De vrijstelling moet persoonlijk aangevraagd worden bij de RVA.
Is SWT een aanslag op de sociale zekerheid?
Tegenstanders van SWT beweren dat SWT een onredelijke kost betekent voor de sociale zekerheid. Dat klopt totaal niet.
Omdat op SWT hoge sociale zekerheidsbijdragen moeten betaald worden, betekent SWT voor de sociale zekerheid net méér inkomsten dan iemand die op pure werkloosheid, invaliditeit of vervroegd pensioen terechtkomt.
Voor het algemene SWT-stelsel vanaf 62 jaar is dat in de profitsector zelfs 32,72% en vanaf volgend jaar zelfs 34,19%. Op het inkomen van de SWT-er (werkloosheidvergoeding en supplement) wordt ook nog 6,5% afgehouden.
Waarom zijn er veel werkgevers en politici tegen het SWT?
Onder de regering-Michel werd het SWT zwaar aangevallen. De voorwaarden werden verstrengd.
Om de 2 jaar moeten de sociale partners (vakbonden en werkgevers) de bijzondere SWT-regelingen ook verlengen via interprofessionele cao’s, aan te vullen met sectorale cao’ . Op dit moment, maart 2023, lopen de interprofessionele onderhandelingen over de verlenging van deze cao’s, waarna de sectoren nog aan de slag moeten gaan voor de verlenging van hun cao’s.
Deze harde aanpak mag niet verbazen. Politiek en werkgevers willen dat mensen langer werken. Daarom werd SWT afgebouwd. En werd de wettelijke pensioenleeftijd door de regering-Michel, na heel veel vakbondsprotest, botweg verhoogd tot 66 jaar voor wie na 1959 is geboren en 67 jaar voor wie na 1964 is geboren.
Er kwamen echter géén maatregelen om dit mogelijk te maken voor mensen. De belofte van een leeftijdskorting voor de zware beroepen bleef dode letter. Van het politieke engagement kwam niks in huis. Het gevolg kennen we ondertussen: een half miljoen langdurig zieken. Aangezien werken tot 67 voor heel veel mensen niet haalbaar is, is er ook geen maatschappelijk draagvlak voor de verhoging van de pensioenleeftijd.